Het scherpstelpunt selecteren
Het onderwerp dat u wilt opnemen, bevindt zich niet altijd in het midden van het
Ne
scherm. Bij scherpstelprioriteit kunt u kiezen uit drie scherpstelpunten om het
onderwerp automatisch scherp te stellen.
Wanneer de programmaschijf op [ ingesteld is, wordt de scherpstelprioriteit op ON
ingesteld (alleen het middelste scherpstelpunt is beschikbaar).
Het scherpstelkader geeft een indicatie voor het scherpstelpunt. Afhankelijk van
de grootte van het onderwerp of de afstand, stelt de camcorder mogelijk scherp
buiten het kader.
CAMERA
1. Zet de camcorder in de stand CARD CAMERA.
Er verschijnt een wit scherpstelkader in het midden van het
scherm.
2. Zet de programmaschijf in een andere stand dan [.
3. Draai zodanig aan de keuzeschijf dat alle
scherpstelkaders worden weergegeven.
Er verschijnen drie scherpstelkaders op het scherm, waarvan er
één groen is.
4. Draai aan de keuzeschijf om het scherpstelpunt te
selecteren.
Draai de keuzeschijf omhoog om het kader aan de rechterzijde te
selecteren, en omlaag om het kader aan de linkerzijde te
selecteren.
5. Druk de PHOTO-toets half in.
• F en het scherpstelkader worden groen wanneer scherp wordt
gesteld. Er klinkt twee keer een pieptoon. Het beeld kan even
onscherp lijken terwijl de camcorder bezig is met scherpstellen.
• De scherpstelling kan handmatig worden bijgesteld met de
scherpstelring als de PHOTO-toets half is ingedrukt.
• De belichting wordt vergrendeld.
• Als u de PHOTO-toets van de draadloze afstandsbediening indrukt, begint de opname
onmiddellijk.
6. Druk de PHOTO-toets volledig in.
• F en het scherpstelkader verdwijnen en u hoort een
sluitergeluid.
• De kaarttoegangsindicator knippert en het
kaarttoegangsdisplay verschijnt.
• Het op het scherm getoonde stilbeeld wordt opgenomen op de geheugenkaart.
116
PLAY (VCR)
CARD CAMERA
CARD PLAY (VCR)
FINE
50
FINE
50
FINE
50