De randen selecteren
2. Zet de regelaar naar rechts of links om
(Borders) te selecteren en druk op de regelaar.
Ne
3. Zet de regelaar naar rechts of links om een
randoptie selecteren en druk op de regelaar.
Door op de MENU-toets te drukken, komt u terug in het
afdrukinstelmenu.
Afdrukinstelmenu 3
Papierinstellingen
De instelopties voor het papierformaat, papiertype en de randen variëren al
naargelang de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer.
1. Draai in het afdrukinstelmenu de regelaar omhoog naar [PAPER] en
druk op de regelaar.
Het papierformaat selecteren
2. Zorg ervoor dat [PAPER SIZE] wordt geselecteerd
en druk op de regelaar.
3. Zet de regelaar naar rechts of links om een
papierformaat te selecteren en druk op de
regelaar.
Door op de MENU-toets te drukken, komt u terug in het afdrukinstelmenu.
Het papiertype selecteren
4. Zet de regelaar omlaag om [PAPER TYPE] te
selecteren en druk op de regelaar.
5. Zet de regelaar naar rechts of links om een
papiertype te selecteren en druk op de regelaar.
Door op de MENU-toets te drukken, komt u terug in het
afdrukinstelmenu.
148