Cameragevoeligheid - ISO
Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, 64, 100, 200 en 400; de waarden
zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het getal,
des te gevoeliger is de film. De cameragevoeligheid wordt ingesteld in de custom 1 sectie van het
multifunctionele opname-menu (blz. 56).
In de auto-stand past de camera de gevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tus-
sen 64 en 200. Wordt er een andere dan de auto-stand gekozen, dan verschijnt "ISO" op het data-
scherm en verschijnen "ISO" en de ingestelde waarde in de monitor.
Een verdubbeling van de ISO-waarde betekent een verdubbeling van de cameragevoeligheid. Neemt
bij film de korrel toe naarmate de film gevoeliger is, in de digitale beeldtechniek neemt de beeldruis
toe. Een ISO-instelling van 64 geeft zeer weinig ruis, en instelling op 400 de meeste. Bij ISO 400 is
het vaak mogelijk bij weinig licht zonder flits te fotograferen. Het effect van ruis op opnamen die wer-
den gemaakte met belichtingstijden van een seconde of langer wordt onderdrukt door de ruisonder-
drukkingsfunctie in de custom 2 sectie van het setup-menu (blz. 96).
Flitsbereik en cameragevoeligheid
Het flitsbereik wordt gemeten vanaf de CCD. Als gevolg van de opbouw van het objectief is het flits-
bereik in de telestand korter dan in de groothoekstand.
ISO
AUTO
64
100
200
400
Flitsbereik (groothoek)
0,5 m ~ 3,4 m
0,5 m ~ 1,9 m
0,5 m ~ 2,4 m
0,5 m ~ 3,4 m
0,5 m ~ 4,8 m
Flitsbereik (tele)
0,5 m ~ 2,0 m
0,5 m ~ 1,1 m
0,5 m ~ 1,4 m
0,5 m ~ 2,0 m
0,5 m ~ 2,8 m
67