Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Gegevens; Bedrijfscondities Ph-Waarde - Grundfos 54 Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

10. Technische gegevens

10.1 Bedrijfscondities
pH-waarde
Alle pompen kunnen worden gebruikt voor het
verpompen van vloeistoffen met een pH waarde
tussen 4 en 10.
Vloeistoftemperatuur
De toegestane temperatuur is 0-40 °C.
In speciale situaties kan de temperatuur
van de verpompte vloeistof hoger zijn als
de motor niet volledig wordt belast.
Neem in dat geval contact op met het fili-
aal of de servicedienst van Grundfos het
dichtst bij u in de buurt.
Explosieveilige pompen mogen geen vloei-
stoffen verpompen met een temperatuur
hoger dan 40 °C.
Omgevingstemperatuur
De toegestane omgevingstemperatuur is -5 °C tot
+40 °C.
In speciale situaties kan de omgevings-
temperatuur hoger zijn dan 40 °C als de
motor niet volledig wordt belast.
Neem in dat geval contact op met het fili-
aal of de servicedienst van Grundfos het
dichtst bij u in de buurt.
Voor explosieveilige pompen moet de om-
gevingstemperatuur ter plekke van de op-
stelling tussen -5 °C en +40 °C liggen.
Dichtheid en viscositeit van de verpompte
vloeistof
3
Dichtheid: 1000 kg/m
.
Kinematische viscositeit: 1 mm
Bij het verpompen van vloeistoffen met
een hogere dichtheid en/of kinematische
viscositeit dan de hierboven vermelde
waarden dienen motoren met hogere ver-
mogens te worden gebruikt.
Stroomsnelheid
Houd een minimale stroomsnelheid aan om
afzettingen in het leidingsysteem te vermijden.
Aanbevolen snelheden:
2
/s (1 cSt).
Verticale leidin-
0,7 m/s
gen:
Horizontale lei-
1,0 m/s
dingen:
Installatiediepte
De maximale onderdompelingsdiepte bedraagt 20 m.
Niveau van de verpompte vloeistof
Een Ex-motor zonder koelmantel, opstel-
lingstypen S en ST, moet volledig zijn on-
dergedompeld tijdens bedrijf.
Installeer een extra niveauschakelaar om
er zeker van te zijn dat de pomp wordt uit-
geschakeld als de niveauschakelaar voor
uitschakeling niet werkt.
Om te voorkomen dat lucht in de pomp wordt
gezogen en om een goede koeling van de motor
tijdens bedrijf te waarborgen, dient aan de volgende
minimale eisen te worden voldaan:
Opstellingstype S: dompel de Ex-pomp onder in
de bovenkant van de motor en de standaardpomp
in het midden van de motor. Zie de onderstaande
afbeelding.
Pompen van het opstellingstype S moeten
altijd volledig worden ondergedompeld in
de verpompte vloeistof om Ex-veilig te zijn.
Opstellingstype C: dompel de pomp onder tot
aan de bovenkant van het pomphuis, zodat het
vloeistofniveau zich altijd boven het pomphuis
bevindt.
697

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

58 series62 series66 series70 series

Inhoudsopgave