2.5.3 Keurmerk voor kabeldoorvoer
IECEx BAS 17.0007U
Baseefa17ATEX0013U
BAS21UKEX0078U
Ex db IIB Gb
Tamb= -5°C – +80°C
ID no.
Keurmerk voor kabeldoorvoer
Het keurmerk voor de kabeldoorvoer biedt de
volgende details:
Pos.
Beschrijving
Identificatienummer van de certifice-
0344
ringsinstelling
De uitvoering van de apparatuur is con-
form de geharmoniseerde Europese
norm.
Productgroep (II - anders dan voor mijn-
II
bouw)
2
Productcategorie (hoge beveiliging)
G
Type explosieve omgeving (gas)
CE
CE-keurmerk
UKCA
UKCA-keurmerk
Identificatienummer van de certifice-
0344
ringsinstelling
Identificatienummer van de certifice-
1180
ringsinstelling
Ex
Markering van explosiebeveiliging
db
Vlambestendig, zone 1
IIB
Gasgroep (Ethyleen)
Gb
Productbeveiligingsniveau, zone 1
T
Omgevingstemperatuur
amb
Id-nr.
Identificatienummer kabelinvoer
Land en postcode (Bjerringbro, Dene-
DK-8850
marken)
662
II2G
CE0344
UKCA1180
DK-8850
2.6 Explosiegevaarlijke omgeving
Gebruik explosieveilige S pompen in omgevingen met
explosiegevaar. Zie paragraaf Ex-keurmerk.
De explosieclassificatie van de pomp is Ex
II 2G, Ex db eb h mb IIB T3 or T4 Gb (-5
°C to +40 °C) met een WIO-sensor.
De installatie moet door de lokale autoritei-
ten worden goedgekeurd.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
1. Zorg ervoor dat de vocht- en thermi-
sche schakelaars zijn aangesloten in
twee afzonderlijke circuits en aparte
alarmuitgangen (motoruitschakeling)
hebben in geval van hoge luchtvochtig-
heid of hoge temperatuur in de motor.
2. Bouten die als vervanger worden ge-
bruikt dienen klasse A4-80 of A2-80 te
zijn, overeenkomstig EN/ISO 3506-1.
3. De spleetwijdtes van het vlampad van
de motor wordt door de fabrikant opge-
geven en zijn nauwer dan normaal.
WAARSCHUWING: Gebruik bij repa-
raties altijd originele serviceonderdelen
van de fabrikant om de juiste afmetin-
gen van de spleetwijdtes van het vlam-
pad te waarborgen.
4. Tijdens bedrijf moet de koelmantel, in-
dien aangebracht, met de verpompte
vloeistof worden gevuld.
5. Het niveau van de verpompte vloeistof
moet worden geregeld door niveau-
schakelaars die zijn aangesloten op
het regelcircuit van de motor. Het mini-
male niveau hangt af van het installa-
tietype en wordt gespecificeerd in deze
installatie- en bedieningsinstructies.
6. Zorg ervoor dat de vaste kabels de
juiste mechanische bescherming heb-
ben, en in een geschikt klemmenbord
eindigen.
7. De WIO-sensor moet altijd volledig zijn
ondergedompeld in de olie wanneer de
stroom is ingeschakeld.
8. Als een WIO-sensor is geïnstalleerd,
moet de besturingskast de WIO-sensor
beschermen tegen kortsluiting. De
maximale stroom van de schakelkast
moet beperkt zijn tot 350 mA.
9. De klant moet Grundfos informeren als
de pomp is blootgesteld aan schadelij-
ke externe invloeden of agressieve
stoffen.