S
D 1
45°
F
Horizontale droge installatie (H)
Minimaal uitschakelniveau
Minimale afstand tussen de bodem
van de put en het laagste deel van de
zuigleiding
Minimale inschakelniveau
Minimaal uitschakelniveau voor Ex-
pompen
Verloopbocht
Excentrisch verloopstuk
In het geval van een Ex-pomp, installeert u
een extra niveausensor voor het uitscha-
kelniveau. Pompen voor droge opstelling
moeten een koelmantel hebben.
S is het minimale uitschakelniveau. De minimale
afstand S boven de zuigleiding is vereist om de
vorming van wervelingen bij de zuigleiding te
voorkomen en om te voorkomen dat lucht in de pomp
wordt gezogen. Lucht in de verpompte vloeistof kan
trillingen, cavitatie en verlies van pompcapaciteit tot
gevolg hebben.
G is het minimale inschakelniveau van een droog
geïnstalleerde verticale pomp als er geen andere
acties worden ondernomen om te waarborgen dat het
pomphuis wordt gevuld met verpompte vloeistof
wanneer de pomp wordt ingeschakeld.
Andere mogelijke acties:
•
Gebruik een vacuümpomp om vloeistof in het
pomphuis te zuigen; dit vereist een isolatie-
afsluiter aan de perszijde.
•
Installeer een terugslagklep in de persleiding na
de eerste inschakeling. Dit voorkomt dat het
pomphuis leegloopt tussen de bedrijfsperioden in.
686
E
Z
S = D
1
F = 0,5 x D
1
G = D
p
E
Y
Z
6.2 Controle van de draairichting
Start en laat een niet-ondergedompelde
pomp slechts een paar seconden draaien
om de draairichting te controleren.
Een label met een pijl op het pomphuis geeft de juiste
draairichting aan. De draairichting is met de klok mee.
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Raak de pomp niet aan bij de inscha-
keling.
Zorg ervoor dat de bodem van de put
schoon is vóór de inschakeling om te ver-
mijden dat materiaal of voorwerpen in de
waaier worden gezogen.