Advertenties
236
3
Wijzig de instellingen waar nodig.
De belichtingsfunctie kan worden
gewijzigd bij [Belichtingsfunctie]
in het menu [A Opnamemodus 1].
• De bedieningsaanwijzing van de stand A wordt gedurende 30 seconden
weergegeven, ongeacht de instelling van [Hulpdisplay] in het menu
[R Instellen 1].
• [A1] t/m [A5] kan ook worden
geselecteerd bij [USER-stand] in het
menu [A Opnamemodus 1].
• [USER-stand] en [Belichtingsfunctie]
worden alleen weergegeven in het menu
[A Opnamemodus 1] als de functiekiezer
is ingesteld op A.
6
• De instellingen die u bij stap 3 hebt
gewijzigd, worden niet opgeslagen als
instellingen van de A-stand. Als u de
camera uitschakelt, worden de oorspronkelijke opgeslagen instellingen
hersteld.
Standaardinstellingen herstellen
Hiermee worden de instellingen die zijn opgeslagen bij A1 t/m A5
gereset naar de standaardinstelling.
1
Selecteer [USER-stand resetten] in stap 3 van p.233,
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [USER-stand resetten] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [A1] t/m [A5]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
1
2 3 4
USER-stand
Belichtingsfunctie
Bestandsindeling
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
AF-instellingen
Objectiefcorrectie
Annul.
MENU
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
USER-stand
Belichtingsfunctie
Bestandsindeling
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
AF-instellingen
Objectiefcorrectie
Annul.
MENU
P
Sv
sRGB
Tv
PEF
Av
TAv
M
B
X
OK
OK
sRGB
USER1
PEF
USER2
USER3
USER4
USER5
OK
OK
Advertenties
