Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker
is, knippert de sluitertijd in het
statusscherm, op het LCD-display en in
de zoeker. Is het onderwerp te licht, kies dan een kleinere
objectiefopening (hogere waarde). Is het onderwerp te donker,
kies dan een grotere objectiefopening (lagere waarde). Zodra het
knipperen ophoudt, kunt u de opname maken met de juiste belichting.
Gebruik een in de handel verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density)
als het onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp
te donker is.
Gebruik van de stand L
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van opnamen.
Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de handmatig ingestelde
sluitertijd en diafragmawaarde de juiste belichting opleveren
in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp.
1
Zet de functiekiezer in de stand
L.
2
Draai aan de e-knop aan
de voorzijde (R) om
de sluitertijd aan te passen.
De sluitertijd kan worden ingesteld
binnen een bereik van 1/8000
tot 30 seconden.
111
4