N Spotmeting
De helderheid wordt slechts in een klein
vak in het midden van de zoeker
gemeten. U kunt deze functie combineren
met het belichtingsgeheugen (p.122)
wanneer het onderwerp uitzonderlijk klein
is en een correcte belichting moeilijk
te realiseren is.
Lichtmeting met nadruk op het midden wordt automatisch ingesteld zelfs
wanneer u meervlaks lichtmeting selecteert bij gebruik van een ander objectief
dan een DA, DA L, D FA, FA J, FA, F of A, of wanneer de diafragmaring van
het objectief in een andere stand is ingesteld dan s (Auto). (Kan alleen worden
gebruikt als [27. Diafragmaring gebruiken] (p.338) in het menu
[A Pers.instelling 4] is ingesteld op [Toegestaan].)
AE-punt koppelen aan de automatische scherpstelling
tijdens meervlaks lichtmeting
Bij [6. Koppelt belicht.+ AF] in het menu [A Pers.instelling 1]
kunt u tijdens meervlaks lichtmeting in het scherpstelgebied
de belichting koppelen aan het AF-punt.
De belichting wordt onafhankelijk van het AF-punt ingesteld.
Uit
1
(Standaardinstelling)
Aan De belichting wordt op basis van het AF-punt ingesteld.
2
De bedrijftijd van de lichtmeter instellen
U kunt de belichtingsmetingstijd instellen op [10 sec.]
(standaardinstelling), [3 sec.] of [30 sec.] bij [4. Bedrijftijd lichtmtr]
in het menu [A Pers.instelling 1].
119
4