132
Beschikbare bewerkingen
4-knop
Houd de knop 4
ingedrukt
De AF-punten lichten rood op in de zoeker (AF-punt weergeven) zodat u
kunt controleren waarop het AF-punt is ingesteld.
4
• De gewijzigde positie van het AF-punt wordt opgeslagen zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld of als het scherpstelgebied wordt ingesteld op U of S.
• V verschijnt in de zoeker wanneer u het AF-punt kunt wijzigen.
• Als [Uitgebreid AF-gebied] is ingesteld op O (Aan) bij [AF-instellingen]
in het menu [A Opnamemodus 1], en uw onderwerp komt kortdurend uit het
scherpstelpunt dat was geselecteerd toen de scherpstelstand was ingesteld
op k, zal de camera op uw onderwerp blijven scherp stellen op basis van
de informatie van de scherpstelpunten (back-up-scherpstelpunten) rond
het geselecteerde scherpstelpunt. De back-up-scherpstelpunten worden
in het statusscherm in roze getoond.
Hiermee keert het AF-punt terug naar het midden
van het AF-kader.
Schakelt wijziging van het AF-punt uit en schakelt
bediening met de richtingsknoppen van de
vierwegbesturing (2345) in. Om wijziging
van het AF-punt in te schakelen, druk dan op
de knop 4 terwijl bediening met de richtingsknoppen
ingeschakeld is. U hoort een geluidssignaal terwijl u
kiest tussen ingeschakeld en uitgeschakeld.