2
Stel de synchronisatiefunctie voor de externe flitser
in op contrastregelingssynchronisatie.
3
Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser
volledig zijn opgeladen en maak een opname.
• Als u twee of meer externe flitsers gebruikt en de functie Flitsen met
contrastregelingssynchronisatie instelt op de externe master-flitser,
is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (master-flitser) : 1 (slave-flitsers).
Als u de externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser, is de
verhouding van de flitsintensiteit 2 (externe flitser) : 1 (ingebouwde flitser).
• Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser in combinatie met de
ingebouwde flitser gebruikt, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
X-sync-aansluiting
U kunt een externe flitser aansluiten
op de camera met een synchronisatiesnoer
via de X-sync-aansluiting.
Verwijder het Sync-aansluiting 2P-kapje
en sluit een synchronisatiesnoer aan
op de X-sync-aansluiting.
• Bij gebruik van externe flitsers die met een hoog voltage of een sterke stroom
werken, kan de camera beschadigd raken.
• U kunt geen flitsers gebruiken met een omgekeerde polariteit (flitsers waarbij
het middelste contact van de synchronisatiestekker de minpool is) vanwege
het risico dat de camera en flitser beschadigd raken.
• Als een synchronisatiesnoer is aangesloten op de X-sync-aansluiting,
werken gekoppelde functies niet.
• Het verdient aanbeveling om een proefopname te maken bij een sluitertijd
die één stop trager is dan de flitssynchronisatietijd om vignettering
te voorkomen die kan optreden bij 2e sluitergordijn-synchronisatie.
• Het contact van de X-sync-aansluiting is niet waterdicht en stofbestendig.
Breng het meegeleverde Sync-aansluiting 2P-kapje aan wanneer u
de aansluiting niet gebruikt.
203
5