Pagina 1
Digitale spiegelreflexcamera Handleiding Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Pagina 2
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX q digitale camera. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom een veilige plaats.
Pagina 3
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Pagina 4
Pas op • Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten. • Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera halen.
Pagina 5
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken. • Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pagina 6
Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken. • Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging van de CCD. (Hieraan zijn kosten verbonden.) • Druk niet met kracht op de LCD-monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
Pagina 8
INHOUDSTAFEL VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .............. 1 OVER DE CAMERA ..................1 BATTERIJGEBRUIK..................2 RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER......... 2 Aandachtspunten tijdens het gebruik..............3 INHOUDSTAFEL ....................6 Indeling van de handleiding ................11 Voor u de camera gaat gebruiken q Kenmerken van de camera ..............
Pagina 9
Voorbereidingen Draagriem bevestigen .................... 42 De batterij gebruiken ....................43 De batterij opladen................... 43 De batterij plaatsen/uitnemen ................44 Indicatie batterijniveau ..................46 Geschatte opslagcapaciteit en Weergavetijd (Speciale batterij volledig opgeladen).............. 46 Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)..........47 De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen............48 Opnamepixels en Kwaliteitsniveau ..............
Pagina 10
Opnamen verwerken met filters ................95 Opnamen verwerken met digitale filters ............95 RAW-opnamen bewerken................98 Opnamen wissen ....................100 Eén opname wissen ..................100 Alle opnamen wissen..................101 Geselecteerde opnamen wissen (vanuit de weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd) ....102 Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)..........
Pagina 11
Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname....169 De voorbeeldmethode selecteren..............169 Voorbeeld weergeven..................170 Ingebouwde flitser gebruiken................172 corrigeren van de flitsintensiteit ..............172 Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen ......173 Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie ..........173 Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser ......
Pagina 12
Bijlage Standaardinstellingen ..................204 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties......208 Opmerkingen bij [Gebruik diafr.ring]..............210 De CCD schoonmaken ..................211 Stof verwijderen door de CCD te schudden ..........211 Stof verwijderen met een blaaskwastje ............212 Optionele accessoires..................214 Foutberichten......................217 Problemen oplossen ....................
Pagina 13
Indeling van de handleiding Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken. 1 Voor u de camera gaat gebruiken Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen. 2 Voorbereidingen Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen.
Pagina 15
Voor u de camera gaat gebruiken Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voor het gebruik. q Kenmerken van de camera ..........14 De inhoud van het pakket controleren ........... 16 Namen en functies van de onderdelen .......... 17 Weergave van indicaties ..............
Pagina 16
q Kenmerken van de camera • Voorzien van een CCD van 23,5×15,7 mm met effectief 10,20 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik. • Voorzien van Bewegingsreductie, een systeem voor het reduceren van onscherpte door het bewegen van de CCD.
Pagina 17
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de q en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat het formaat van kleinbeeldfilm en de CCD verschillend zijn. Afmetingen van kleinbeeldfilm en CCD 35 mm-kleinbeeldfilm: 36×24 mm q CCD : 23,5×15,7 mm...
Pagina 18
De inhoud van het pakket controleren Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd. Flitsschoenbeschermer F Oogschelp F ME-zoekerkapje (op de camera bevestigd) (op de camera bevestigd) Bodydop USB-kabel Videokabel (op de camera bevestigd) I-USB17 I-VC28 Software (Cd-rom)
Pagina 19
Namen en functies van de onderdelen Camera Flitsschoen Zelfontspanner-LED/ Afstandsbedieningssensor Spiegel Riembevestiging Kaartklep Richtteken objectiefvatting AF-koppeling Objectiefontgrendelknop Objectiefinformatiec ontacten LCD-display Ingebouwde flitser Zoeker Zelfontspanner-LED/ Afstandsbedienings- sensor Aansluiting draadontspanner Ontgrendelknop van kaartcompartiment USB/video-aansluiting Gelijkstroomingang LED voor lezen van/ schrijven naar kaart Klepje voor aansluitingen LCD-monitor Ontgrendelknop van...
Pagina 20
Opnamestand Hieronder vindt u uitleg van de knoppen tijdens de opname. Snelinstelling Hoofdschakelaar Resetten van Bewegen om de camera aan/uit de belichtingsinstellingen (p.148) te zetten (p.52) of een voorbeeld en automatisch de juiste weer te geven(p.170). belichting instellen in de stand e-knop aan de voorzijde a (Hyper-manual).
Pagina 21
Scherpstelfunctieknop { knop Schakelen tussen automatisch Indrukken om het functiemenu (k, l) (p.130) weer te geven. en handmatig scherpstellen Druk op de vierwegbesturing (p.136). (2345) om de volgende handeling te kiezen. (p.36) | knop Schakelaar JPEG- en RAW-bestand opslaan Bewegingsreductie (p.122) De functie Bewegingsreductie K knop...
Pagina 22
Weergavestand Hieronder vindt u uitleg van de knoppen tijdens de weergave.
Pagina 23
Snelinstelling Q knop Druk hierop bij Vergrote Indrukken om over te gaan naar weergave voor verdere de opnamefunctie. uitvergroting. (p.88) M knop Ontspanknop Druk hierop bij Vergrote Halverwege indrukken om over weergave voor reductie van te gaan naar de opnamefunctie. de uitvergroting.
Pagina 24
Weergave van indicaties LCD-monitor Afhankelijk van de camerastatus kunnen de volgende indicaties op de LCD-monitor worden weergegeven. LCD-monitor Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de LCD-monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt. Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Set-up] om geen indicaties weer te geven.
Pagina 25
Opnamestand Druk in de opnamestand op de knop M om de instellingen van de opnamefunctie gedurende 15 seconden weer te geven op de LCD-monitor. Detailinformatie USER USER USER 1 / 2 0 0 0 1 / 2 0 0 0 1 / 2 0 0 0 + 1 .
Pagina 26
Weergavestand Steeds als u tijdens weergave op de knop M drukt, schakelt de camera over naar een volgende schermweergave: Standaard, Histogram, Detail Info en Geen infoweergave (alleen opname). U kunt de weergegeven informatie veranderen door op de Q-knop te drukken. Detailinformatie 100-0001 100-0001...
Pagina 27
Histogramweergave De q is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de intensiteit van de kleuren. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”. 100-0001 100-0001 100-0001 100-0001 100-0001 100-0001 Helderheidshistogra...
Pagina 28
Zoeker 11 13 12 14 AF-kader (p.60) Spotmeetkader (p.142) AF-punt (p.132) Bewegingsreductie (p.67) Wordt weergegeven als bewegingsreductie is ingeschakeld. Flitserstatus (p.71) Wordt weergegeven wanneer de flitser gereed is en knippert wanneer het gebruik van de flitser wordt aangeraden maar deze nog niet is ingeschakeld of wordt opgeladen. Sluitertijd (p.150) Sluitertijd bij opname of instelling (onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop op de voorzijde).
Pagina 29
ISO-waarschuwing (p.141) Wordt weergegeven bij het bereiken of overschrijden van de waarschuwingswaarde. Beschikbaar aantal opnamen/LW-correctie/Gevoeligheid bevestigen Toont het beschikbare aantal opnamen bij de huidige bestandsindeling (p.122), JPEG-opnamepixels (p.118) en JPEG-kwailteit (p.119). Geeft het aantal beschikbare continuopnamen weer. (p.35) De LW-correctiewaarde wordt weergegeven wanneer de LW-correctie wordt ingesteld. (p.147) De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als Gevoeligheidsvoorkeuze/Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
Pagina 30
LCD-display De volgende informatie wordt weergegeven op het LCD op de bovenzijde van de camera. Sluitertijd (p.150) Auto Bracket (p.163) (knippert als belichtingsbracket en uitgebreide Diafragma (p.152) bracket beide zijn ingesteld) Flitsinstelling (p.71) : Ingebouwde flitser is gereed Flitsbelichtingscorrectie (knipperend: flitser moet worden LW-correctie (p.161) gebruikt of er wordt een niet- Batterijniveau...
Pagina 31
Het menu gebruiken Bediening van het menu In dit gedeelte wordt het gebruik uitgelegd van de menu’s [A Opname], [Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.inst.]. Het menuscherm weergeven Druk op de knop 3 in de opnamefunctie. Het menu [A Opname] verschijnt op de LCD-monitor.
Pagina 32
Een menuonderdeel selecteren Hierna wordt bij wijze van voorbeeld de procedure uitgelegd voor instelling van [JPEG-kwaliteit] in het menu [A Opname]. Kies een onderdeel met Opname de vierwegbesturing (23). JPEG opn. pixels JPEG kwal niveau Draai aan de e-knop op de voorzijde om per Beeldtint pagina door het menu te bladeren.
Pagina 33
Onderdelen van het menu [A Opname] Instellingen voor het maken van opnamen geeft u op in het menu [A Opname]. Onderdeel Functie Bladzijde Stelt de belichtingsfunctie in. Belichtingsfunctie p.167 *Verschijnt alleen als de functiekiezer is ingesteld op A JPEG-opnamepixels Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen. p.118 JPEG-kwaliteit Stelt de opnamekwaliteit in van JPEG-opnamen.
Pagina 34
Zet alle instellingen terug op hun standaardwaarden, Reset behalve Datum instellen, Language, Videosignaal p.201 en Wereldtijd. * Raadpleeg p. 11 van de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/ PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor informatie over aansluiting van de camera op een computer.
Pagina 35
Onderdelen van het menu [A Pers.inst.] Stel in het menu Pers. inst. aangepaste functies in om volledig gebruik te maken van de functionaliteit van de spiegelreflexcamera. In de standaardinstelling wordt het menu Pers. inst. niet gebruikt. De instellingen in het menu [A Pers.inst.] worden geactiveerd wanneer [Instellen], het eerste onderdeel, O (aan) is.
Pagina 36
Onderdeel Functie Bladzijde Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening. De sluiter ontspant nadat de autofocus actief is, wanneer de ontspanknop wordt bediend vanaf de afstandsbediening en deze aan staat. AF met afstandbed De sluiter kan niet worden ontspannen voordat er is scherpgesteld.
Pagina 37
Onderdeel Functie Bladzijde Stelt in dat de weergave van het resterende aantal opnamen in LCD en zoeker wordt veranderd in het Resterend aantal opn aantal mogelijke continuopnamen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Stelt de aanvangsvergroting van de zoomweergave in. Inzoomen op weergave Kies uit [1,2 keer], [2 keer], [4 keer], [8 keer] en [16 keer].
Pagina 38
Het functiemenu gebruiken Opnamestand Druk tijdens de weergave op de knop {. Het functiemenu verschijnt. AUTO AUTO AUTO Einde Einde Einde Druk op de vierwegbesturing (2345) om een handeling te kiezen. Vierweg- Onderdeel Functie Bladzijde besturing Selecteert Continuopname, Zelfontspanner p.75, p.77, Transportfunctie of Afstandsbediening.
Pagina 39
Weergavestand Druk tijdens de weergave op de knop {. Het functiemenu verschijnt. Einde Einde Einde Druk op de vierwegbesturing (2345) om een handeling te kiezen. Vierweg- Onderdeel Functie Bladzijde besturing DPOF-instellingen Stelt de DPOF-instellingen in. p.106 Wijzigt de kleurtint van opnamen, past Digitaal filter de filters Soft en Vlak toe, of past de p.95...
Pagina 40
De functiekiezer gebruiken Functie-indicatie U kunt de belichtingsfunctie wijzigen door een pictogram op de functiekiezer tegenover het indexstreepje te zetten. Onderdeel Functie Bladzijde Voor het maken van opnamen met A (USER) p.167 instellingen die u zelf vastlegt. De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming p.146 B (Snelinstelling)
Pagina 41
Onderdeel Functie Bladzijde Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat L (Sluitertijd- en sluitertijd en de diafragmawaarde de juiste p.154 Diafragmavoorkeuze) belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp. Instelling van sluitertijd en diafragma voor a (Hyper-manual) p.156 het maken van creatieve opnamen.
Pagina 43
Voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op. Draagriem bevestigen ..............42 De batterij gebruiken ............... 43 De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen ........48 De camera aan- en uitzetten ............
Pagina 44
Draagriem bevestigen Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp. Haal het andere uiteinde van de riem door de andere riembevestiging van de camera en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
Pagina 45
De batterij gebruiken Plaats de batterij in de camera. Gebruik uitsluitend D-LI50-batterijen. De batterij opladen Batterijlader D-BC50 D-LI50-batterij Netsnoer D-CO2 Indicatielampje Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange tijd niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
Pagina 46
• Volledig opladen duurt maximaal ca. 180 minuten. Laad de batterij op in een ruimte met een temperatuur tussen 0°C en 40°C. (De oplaadtijd is afhankelijk van de temperatuur en het resterende vermogen van de batterij.) • Als de gebruikstijd te wensen over laat, zelfs nadat de batterij op de juiste manier is opgeladen, heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt.
Pagina 47
Houd de 2 markering op de batterij op de LCD-monitor gericht, duw de batterijvergrendelingsknop in de richting van de pijl (1) en plaats de batterij. Duw de batterij aan tot hij vastklikt. Als u de batterij wilt uitnemen, duwt u de batterijvergrendelingsknop in de richting van de pijl (1).
Pagina 48
De opslagcapaciteit (normaal flitsergebruik 50%) is gebaseerd op meetomstandigheden die in overeenstemming zijn met CIPA-normen en de andere waarden zijn gebaseerd op meetomstandigheden bij PENTAX. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
Pagina 49
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel) als u de LCD-monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de computer. Zorg dat de camera uit staat alvorens de klep van de aansluitingen te openen. Sluit de gelijkstroomstekker van de netvoedingsadapter aan op de gelijkstroomingang van de camera.
Pagina 50
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart. Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart (in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen. • Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen van de kaart brandt.
Pagina 51
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie. • Wilt u informatie over SD-geheugenkaarten, bezoek dan de website van PENTAX of neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Pagina 52
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau Als de bestandsindeling JPEG is Kies het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) van de opnamen die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een groter aantal pixels of meer E worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt kleiner bij grotere bestanden.
Pagina 53
Met de q kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 512 MB kunt u maximaal 29 opnamen opslaan in PEF-indeling of DNG-indeling.
Pagina 54
De camera aan- en uitzetten Zet de hoofdschakelaar op de stand aan [ON]. De camera wordt ingeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op de stand uit [OFF] om de camera uit te zetten. • Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is. •...
Pagina 55
Standaardinstellingen De eerste keer dat de camera na aanschaf wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language/ ] op de LCD-monitor. Volg de onderstaande procedure om de taal die wordt weergegeven op de LCD-monitor en de actuele datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw te worden uitgevoerd bij het aanzetten van de camera.
Pagina 56
Druk op de vierwegbesturing (3). De cursor gaat naar [Zomertijd]. Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk op de knop 4. Het scherm voor instelling van de datum en tijd verschijnt.
Pagina 57
Als er een verkeerde taal is ingesteld Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm voor het instellen van datum en tijd Als u per ongeluk in het scherm [Language/ ] een verkeerde taal selecteert, kunt u met de volgende procedure het scherm met [Basisinstellingen] in die taal oproepen, zolang u nog niet bent verdergegaan naar het scherm voor het instellen van datum en tijd.
Pagina 58
Datum en tijd instellen Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in. Druk op de vierwegbesturing (5). Datum instellen Het kader gaat naar [MM/DD/JJ]. Datumnotatie JJ/MM/DD 24h Datum 01 / 2006 Tijd 00 : 00 Annuleren MENU Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumstijl te kiezen. Druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 59
Druk op de vierwegbesturing (5). Datum instellen Het kader gaat naar de maand. Datumnotatie JJ/MM/DD 24h Datum 01 / 2006 Tijd 00 : 00 Annuleren MENU Stel de maand in met de vierwegbesturing (23). Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in. Stel vervolgens de tijd in.
Pagina 60
Het objectief bevestigen Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar wanneer u gebruik maakt van DA-, D FA-, FA J- of andere objectieven met een diafragmastand s (automatisch). Sommige functies zijn beperkt wanneer u het objectief niet instelt op s (automatisch). Zie ook “Opmerkingen bij [Gebruik diafr.ring]”...
Pagina 61
• De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. Bodydop K wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld. • Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
Pagina 62
De zoekerdioptrie aanpassen Pas de scherpte van het zoekerbeeld aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor de dioptrieaanpassing opzij. U kunt de dioptrie verschuiven van –2,5m tot +1,5m Kijk door de zoeker en richt de camera op een witte muur of een ander, vlak en helder verlicht oppervlak.
Pagina 63
Basisbediening In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen als de functiekiezer op Snelinstelling is gezet (Automatische belichting overeenkomstig de normale programmalijn) om succesvol opnamen te maken. Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Pagina 64
Basishandelingen bij opnamen De camera vasthouden Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen. • Houd de camera stevig met beide handen vast. • Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt. Horizontale positie Verticale positie •...
Pagina 65
De camera de optimale instellingen laten bepalen De q is uitgerust met verschillende opnamefuncties, scherpstelfuncties en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken. Zet de functiekiezer op B.
Pagina 66
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp. U kunt een zoomlens gebruiken voor een andere grootte van het onderwerp in de zoeker. 1 Werken met een zoomobjectief (p.70) Breng het onderwerp binnen het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Pagina 67
Bekijk de opname op de LCD- monitor. Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de LCD-monitor weergegeven (momentcontrole). Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop aan de achterzijde. (p.89) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname wissen door te drukken op de knop i.
Pagina 68
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden ((a) tot (f) hieronder). Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker. Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp.
Pagina 69
Opnamen maken met behulp van de functie Bewegingsreductie U kunt gemakkelijk scherpe opnamen maken met behulp van de functie Bewegingsreductie door de schakelaar bewegingsreductie om te zetten. Bewegingsreductie De functie Bewegingsreductie reduceert het bewegen van de camera, wat kan voorkomen als de ontspanknop wordt ingedrukt.
Pagina 70
De camera is gereed voor het maken van opnamen als k wordt weergegeven in de zoeker. • Bewegingsreductie is beschikbaar bij elk PENTAX-objectief dat compatibel is met de q. Als de diafragmaring echter anders is ingesteld dan s (Auto) of als een objectief zonder s (Auto) stand wordt gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij [Gebruik diafr.ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.inst.] (zie p.35;...
Pagina 71
De functie Bewegingsreductie instellen Het menu voor het instellen van de [Bewegingsreductie] wordt weergegeven als de camera wordt ingeschakeld terwijl de schakelaar bewegingsreductie in de stand ON staat en er een objectief is bevestigd dat niet automatisch objectiefinformatie zoals de brandpuntsafstand doorgeeft (p.67).
Pagina 72
Werken met een zoomobjectief Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het in op de gewenste grootte en maak de opname. Draai de zoomring rechtsom of linksom. Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de groothoekstand.
Pagina 73
De ingebouwde flitser gebruiken Als u de flitser wilt gebruiken bij weinig licht of tegenlicht, drukt u op de knop K om de flitser uit te klappen. Kies een flitsfunctie die past bij wat u wilt gaan doen, op het scherm voor flitseropties in het functiemenu.
Pagina 74
De flitsinstelling selecteren Druk op de knop {. Het functiemenu verschijnt. AUTO AUTO AUTO Einde Einde Einde Druk op de vierwegbesturing (3). Het scherm voor flitseropties verschijnt. Flitsinstelling Flitsinstelling Flitsinstelling Flits aan Flits aan Flits aan 0 . 0 0 . 0 0 .
Pagina 75
De ingebouwde flitser gebruiken Druk op de K knop. De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, verschijnt E op het LCD en in de zoeker. (p.23, p.26, p.28) Druk de ontspanknop tot halverwege in. Wanneer er is scherpgesteld, wordt de scherpstelindicatie ] in de zoeker weergegeven.
Pagina 76
Anti rode ogen gebruiken Flitser Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn.
Pagina 77
Andere opnamefuncties Continuopnamen U kunt diverse opnamen achter elkaar maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Druk op de knop {. Het functiemenu verschijnt. AUTO AUTO AUTO Einde Einde Einde...
Pagina 78
Druk op de vierwegbesturing (2). Het scherm met opties voor de transportfunctie verschijnt. Transportfunctie Transportfunctie Transportfunctie Enkelbeeld opname Enkelbeeld opname Enkelbeeld opname Selecteer j met de vierwegbesturing (45). Transportfunctie Transportfunctie Transportfunctie Continue opname Continue opname Continue opname Druk op de knop 4. U keert terug naar het functiemenu.
Pagina 79
Stel [Resterend aantal opn] in het menu [A Pers.inst.] in op [Resterend aant.cont.]. Het mogelijke aantal continuopnamen (buffergeheugen) wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt. (p.35) Druk de ontspanknop helemaal in. Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter elkaar opnamen gemaakt.
Pagina 80
Druk op de knop {. Het functiemenu verschijnt. AUTO AUTO AUTO Einde Einde Einde Druk op de vierwegbesturing (2). Het scherm met opties voor de transportfunctie verschijnt. Transportfunctie Transportfunctie Transportfunctie Enkelbeeld opname Enkelbeeld opname Enkelbeeld opname...
Pagina 81
Gebruik de vierwegbesturing (45) om g of Z te selecteren. Transportfunctie Transportfunctie Transportfunctie Zelfontspanner (12sec) Zelfontspanner (12sec) Zelfontspanner (12sec) Druk op de knop 4. U keert terug naar het functiemenu. Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van opnamen. Kijk in de zoeker of het onderwerp zichtbaar is en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Pagina 82
Druk de ontspanknop helemaal in. Voor g begint de zelfontspanner-LED op de voorzijde en de achterzijde langzaam te knipperen en vervolgens twee seconden snel voordat de sluiter wordt ontspannen. Het geluidsignaal is hard en de frequentie neemt toe. Ongeveer 12 seconden nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Pagina 83
Opnamen via de afstandsbediening (Afstandsbediening F: afzonderlijk verkrijgbaar) De ontspanknop kan ook worden bediend via de optionele afstandsbediening. U kunt kiezen uit h (afstandsbediening) en i (drie seconden vertraging) bij opnamen via de afstandsbediening. De sluiter wordt onmiddellijk ontspannen nadat de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
Pagina 84
Druk op de vierwegbesturing (2). Het scherm met opties voor de transportfunctie verschijnt. Selecteer h of i met de vierwegbesturing (45). De zelfontspanner-LED knippert, ten teken dat de camera zich in de wachtstand voor Transportfunctie Transportfunctie Transportfunctie de afstandsbediening bevindt. Afstandsbediening Afstandsbediening Afstandsbediening...
Pagina 85
• Wanneer de afstandsbediening vijf minuten niet wordt gebruikt, keert de camera automatisch terug naar de enkelbeeldopnamefunctie. • De batterij van de afstandsbediening heeft capaciteit voor het verzenden van ongeveer 30.000 afstandsbedieningssignalen. Neem contact op met een PENTAX service center om de batterij te vervangen (hieraan zijn kosten verbonden).
Pagina 86
Gebruik van de functie Spiegel omhoog om bewegingen van de camera te voorkomen Gebruik de functie Spiegel omhoog wanneer de camera duidelijk beweegt, ook wanneer de draadontspanner (optioneel) of de afstandsbediening (optioneel) wordt gebruikt. Bij gebruik van de zelfontspanner (2 sec) klapt de spiegel op en wordt de sluiter ontspannen twee seconden nadat u op de ontspanknop drukt, zodat trillen van de spiegel wordt voorkomen.
Pagina 87
Foto’s weergeven Opnamen weergeven U kunt opnamen weergeven op de camera. Met de meegeleverde software PENTAX PHOTO Browser 3 kunt u opnamen weergeven op een computer. Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor meer informatie. Druk na het maken van een opname op de Q knop.
Pagina 88
Druk op de vierwegbesturing (45). 4 : De vorige opname wordt weergegeven. 5 : De volgende opname wordt weergegeven. Het histogram gebruiken Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels.
Pagina 89
Inzicht in contrast De piek loopt geleidelijk op als het contrast van de opname in evenwicht is. De grafiek vertoont aan beide zijden een piek die naar het midden toe sterk daalt als de opname een groot verschil in contrast vertoont en er weinig gemiddelde helderheidsniveaus zijn. Inzicht in kleurbalans De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in het RGB-histogram.
Pagina 90
Druk op de knop 4. De rotatiegegevens van de opname worden bewaard. U kunt geen opnamen roteren als [Auto opnamerotatie] in het menu [A Pers.inst.] is uitgeschakeld. Vergrote weergave Opnamen U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 20 keer vergroten. Druk op de Q knop en 100-0046 100-0046...
Pagina 91
Draai de e-knop op de achterzijde naar 100-0046 100-0046 100-0046 rechts (in de richting van y). De opname wordt bij elke slag vergroot (1,2 keer* tot 20 keer). ×2 × Bedieningsmogelijkheden bij uitvergrote weergave vierwegbesturing (2345) Verplaatst het uit te vergroten gebied e-knop aan de achterzijde (naar rechts) Vergroot opname (tot maximaal 20 keer) Snelinstelling...
Pagina 92
De standaardinstelling is weergave van 9 opnamen. U kunt het aantal opnamen voor weergave wijzigen, maar de weergave van 9 opnamen wordt hier uitgelegd. Druk op de Q knop. 100-0046 100-0046 100-0046 De laatste opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de LCD-monitor.
Pagina 93
Het aantal opnamen voor weergave selecteren Druk in de weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd op de knop {. Het scherm met opties voor weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd wordt weergegeven. MENU Kies het aantal opnamen dat u tegelijkertijd wilt weergeven met de vierwegbesturing (425).
Pagina 94
Diavoorstelling U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart achter elkaar weergeven. Om de doorlopende weergave te starten, gebruikt u het menuscherm op de LCD-monitor. Druk op de Q knop en selecteer 100-0046 100-0046 100-0046 de opname die u het eerst wilt weergeven met de vierwegbesturing (45).
Pagina 95
Druk op de vierwegbesturing (5). Starten Starten Starten Het startscherm verschijnt en de diavoorstelling begint. Bedieningsmogelijkheden bij een diavoorstelling Knop 4 Onderbreken Vierwegbesturing (4) Geeft de vorige opname weer Vierwegbesturing (5) Geeft de volgende opname weer Vierwegbesturing (3) Stop Bedieningsmogelijkheden tijdens onderbreking Knop 4 Weergave hervatten (Opnieuw starten) Vierwegbesturing (4)
Pagina 96
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur Via de videokabel kunt u opnamen weergeven met een tv of andere apparatuur met een video-IN-aansluiting als monitor. Zorg dat zowel de tv als de camera uit staat alvorens de kabel aan te sluiten. 1 Het video-uitgangssignaal selecteren (p.195) Open het klepje voor aansluitingen en sluit de videokabel aan op de USB/video-uitgang.
Pagina 97
Opnamen verwerken met filters Opnamen verwerken met digitale filters U kunt opnamen bewerken met digitale filters. De bewerkte opnamen worden onder een andere naam opgeslagen. • RAW-opnamen kunnen niet via het digitale filter worden verwerkt. • Stel digitale filters in via het menu [Q Weergeven]. Druk op de knop { in de weergavestand.
Pagina 98
Druk op de vierwegbesturing (4). Het scherm voor selectie van het filter verschijnt. Zwart-wit Zwart-wit Zwart-wit MENU Selecteer een opname met de vierwegbesturing (45). Selecteer een filter met de vierwegbesturing (23). Selecteer een filter en bekijk het effect op de opname. Pas het effect aan met de e-knoppen op de voorzijde en de achterzijde.
Pagina 99
e-knop aan e-knop aan Filternaam Functie de voorzijde de achterzijde Converteert naar zwart-witopname. Zwart-wit Wijzigt het contrast alsof een zwart-wit- — BW/R/G/B kleurenfilter is gebruikt. Geeft uw foto’s een antiek uiterlijk door Dichtheid Sepia ze te converteren naar een sepiakleur. —...
Pagina 100
RAW-opnamen bewerken U kunt RAW-bestanden omzetten in JPEG-bestanden. Druk op de knop { in de weergavestand. Het functiemenu verschijnt. Einde Einde Einde Druk op de vierwegbesturing (3). Deze opname ontwikkelen Deze opname ontwikkelen Deze opname ontwikkelen MENU Druk op de knop 4. De in het opnamebestand opgenomen parameters worden weergegeven.
Pagina 101
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de parameter te kiezen die u wilt wijzigen. U kunt de volgende parameters wijzigen. J (3872×2592), P (3008×2000), i (1824×1216) Opnamepixels Kwaliteitsniveau C (Best), D (Beter), E (Goed) F (Auto), G (Daglicht), H (Schaduw), ^ (Bewolkt), JN (Daglichtwit neonlicht), JW (Wit neonlicht), JD (Daglichtkleuren Witbalans neonlicht), I (Lamplicht), E (Flitser), K (Handmatig), Kleurtemperatuur...
Pagina 102
Opnamen wissen Eén opname wissen U kunt één opname per keer wissen. • Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. Druk op de Q knop en selecteer 100-0046 100-0046 100-0046 de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45).
Pagina 103
Alle opnamen wissen U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen. • Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. Druk op de knop Q. Druk twee maal op de knop i. Het scherm voor het wissen van alle opnamen verschijnt.
Pagina 104
Geselecteerde opnamen wissen (vanuit de weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd) U kunt verscheidene opnamen tegelijk uit de weergave met verscheidene opnamen wissen. • Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. • U kunt alleen gelijktijdig bestanden selecteren wanneer deze in dezelfde map staan. Druk op de Q knop.
Pagina 105
Druk op de knop i. 9 verschijnt op de opnamen. Kies de te wissen opnamen met de vierwegbesturing (2345) en druk op de 4 knop. De opname wordt geselecteerd en O verschijnt. Druk op de knop { om alle opnamen te selecteren.
Pagina 106
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) U kunt opnamen beveiligen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart wordt geformatteerd. Druk op de Q knop en selecteer 100-0046 100-0046 100-0046 een opname met de vierwegbesturing (45).
Pagina 107
Alle opnamen beveiligen Druk op de knop Q. Druk twee keer op de Z knop. Het scherm voor beveiliging van alle opnamen verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (2) om [Beveiligen] te selecteren en druk op de knop 4. Alle beelden beveiligen Alle beelden beveiligen Alle beelden beveiligen Alle opnamen op de SD-geheugenkaart...
Pagina 108
Afdrukservice instellen (DPOF) U kunt conventionele foto-afdrukken bestellen door de SD-geheugenkaart met opgeslagen opnamen naar een zaak te brengen die foto’s afdrukt. Met de DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) kunt u het aantal exemplaren opgeven en eventueel de datumgegevens laten afdrukken. Op RAW-opnamen kunnen geen DPOF-instellingen worden toegepast.
Pagina 109
Kies met de vierwegbesturing (45) het aantal kopieën en druk op de vierwegbesturing (3). Het kader gaat naar [Datum]. Gebruik de vierwegbesturing (45) 100-0046 100-0046 100-0046 om aan te geven of de datum al (O) dan niet (P) moet worden afgedrukt.
Pagina 110
Druk op de vierwegbesturing (2). 100-0046 100-0046 100-0046 Het DPOF-scherm verschijnt. Kopieën Datum Alle Beelden Alle Beelden Alle Beelden Druk op de knop {. Er verschijnt een scherm waar u voor alle opnamen DPOF-instellingen kunt invoeren. DPOF-instelling voor DPOF-instelling voor DPOF-instelling voor DPOF-instelling voor alle beelden...
Pagina 111
[RAW-weergave] (p.98) naar een JPEG-opname of breng de opname over naar een PC en druk de RAW-opname af met PHOTO Browser 3. • Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” wanneer u de camera aansluit op een computer.
Pagina 112
Instellen van [Transfer functie] Druk op de 3 knop. Het menu [A Opname] wordt weergegeven. Gebruik de vierwegbesturing (45) Set-up om het menu [R Set-up] te selecteren. USER Formatteren Signaal Datum instellen Wereldtijd Nederlands Einde MENU Selecteer [Transfer functie] met de vierwegbesturing (23). Druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 113
Selecteer [PictBridge] met Set-up de vierwegbesturing (23). Hulpdisplay Helderheid Vi d e o s i g n a a l NTSC Transfer functie PictBridge Auto Uitsch. PC-F Bestandsnaam Annuleren MENU Druk op de knop 4. De instelling wordt gewijzigd. Druk op de knop 3. De camera op de printer aansluiten Zet de camera uit.
Pagina 114
Zet de printer aan. Nadat de printer is geïnitialiseerd, zet u de camera aan. Kies afdrukmodus Kies afdrukmodus Kies afdrukmodus Het PictBridge-menu verschijnt. Print een beeld Print alle beelden DPOF AUTOPRINT Het PictBridge-menu wordt niet weergegeven wanneer [Transfer functie] is ingesteld op [PC] of [PC-F].
Pagina 115
Kies het aantal exemplaren met de vierwegbesturing (23). U kunt maximaal 99 exemplaren afdrukken. Gebruik de knop { om te bepalen of de datum al (O) dan niet (P) moet worden afgedrukt. O : De datum wordt afgedrukt. P : De datum wordt niet afgedrukt. Druk op de knop 4.
Pagina 116
Druk op de knop 4. Herhaal stap 8 t/m 10 om [Papiertype], [Kwaliteit] en [Randinstelling] in te stellen. Na het instellen van elk item wordt het scherm voor het wijzigen van de afdrukinstellingen weergegeven. Als voor deze afdrukinstellingen [Std.] wordt gekozen, worden opnamen afgedrukt op basis van de printerinstellingen.
Pagina 117
Kies het aantal kopieën en geef 100-0046 100-0046 100-0046 aan of de datum al dan niet moet worden afgedrukt. Alle opnamen afdrukken Alle opnamen afdrukken Alle opnamen afdrukken Het aantal kopieën en het al dan niet afdrukken van de datum zijn van toepassing Kopie Kopieën Kopieën...
Pagina 118
Opnamen laten afdrukken op basis van DPOF-instellingen Selecteer [DPOF AUTOPRINT] in het PictBridge-menu met de vierwegbesturing (23). Druk op de knop 4. Het scherm Afdrukken met DPOF-instellingen verschijnt. Geef met de vierwegbesturing Afdrukken met Afdrukken met Afdrukken met (45) aan hoeveel kopieën u van elke DPOF-instellingen DPOF-instellingen DPOF-instellingen...
Pagina 119
Functiereferentie Beschrijving van functies voor optimaal werken met de q. De bestandsindeling instellen ............118 Scherpstellen ................. 130 Belichting instellen ................ 138 Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname .............. 169 Ingebouwde flitser gebruiken ............172 Instellingen tijdens de weergave ..........186 Camera-instellingen ...............
Pagina 120
De bestandsindeling instellen JPEG-opnamepixels instellen U kunt het aantal opnamepixels kiezen uit J, P en i. Hoe meer pixels, hoe groter de opname en hoe groter het bestand. De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG-kwaliteit]. De standaardinstelling is J 3872×2592. 3872×2592 297×420 mm / A3-papier 3008×2000...
Pagina 121
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen U kunt het kwaliteitsniveau van de opname instellen. De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG-opnamepixels]. De standaardinstelling is [C (Best)]. Best De opnamen zijn scherper, maar de bestandsgrootte neemt toe. Beter Goed De opnamen zijn korreliger, maar de bestanden zijn kleiner. Kies het JPEG-kwaliteitsniveau bij [JPEG-opnamepixels] in het menu [A Opname].
Pagina 122
Beeldtint instellen Stel de basiskleurtint van opnamen in. De standaardinstelling is G (Natuurlijk). Opnamen krijgen een natuurlijke afwerking die geschikt is voor Natuurlijk retoucheren. Opnamen worden helderder gemaakt, met een hoog contrast en meer Helder scherpte. Instellen bij [Beeldtint] in het menu [A Opname]. (p.29) Opname JPEG opn.
Pagina 123
Kleurverzadiging/Scherpte/Contrast instellen U kunt kiezen uit vijf niveaus voor Kleurverzadiging, Scherpte en Contrast. De standaardinstelling voor alle is [0 (standaard)]. Kleurverzadiging Stelt de kleurverzadiging in. Scherpte Maakt de contouren van een opname scherp of zacht. Contrast Stelt het contrast van de opname in. Stel [Kleurverzadiging], [Scherpte] en [Contrast] in in het menu [A Opname].
Pagina 124
Gebruik RAW-weergave (p.98) of breng de opnamen over naar een computer, pas effecten toe via de meegeleverde software PENTAX PHOTO Laboratory 3 en maak hiermee JPEG- en TIFF-bestanden. Opnamen worden opgeslagen in zowel RAW- als JPEG-indeling.
Pagina 125
Witbalans instellen Witbalans is een functie voor aanpassing van de kleur van een opname, zodat witte voorwerpen ook wit overkomen. Stel de witbalans in als u niet tevreden bent met de kleurbalans van opnamen die zijn genomen met de instelling F (Auto), of als u uw opnamen een creatief tintje wilt geven.
Pagina 126
Druk op de vierwegbesturing (23) en stel de witbalans in. Zet de hoofdschakelaar op | om een digitaal voorbeeld weer te geven bij de ingestelde witbalans. Fijnafstemming van witbalans is gemakkelijker in het digitale voorbeeld. Druk twee keer op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde witbalans.
Pagina 127
Druk op de knop 4. U keert terug naar het scherm Witbalans. Druk twee keer op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde witbalans. Zet [Fijnafstemming als AWB] in het menu [A Pers.inst.] op [Ingeschakeld] bij fijnafstemming in AWB.
Pagina 128
Richt de zoeker bij het juiste omgevingslicht voor het instellen van de witbalans beeldvullend op een vel wit papier of op een wit oppervlak. Druk de ontspanknop helemaal in. Schuif de scherpstelfunctieknop naar \ wanneer de sluiter niet kan worden ontspannen.
Pagina 129
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur Gebruik getalwaarden om de kleurtemperatuur in te stellen. Druk op de Fn-knop. Het functiemenu verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (4). Het scherm [Witbalans] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (3) Witbalans Witbalans Witbalans om de kleurtemperatuur te selecteren Kleurtemperatuur Kleurtemperatuur Kleurtemperatuur...
Pagina 130
Druk op de knop 4. De instellingen worden opgeslagen en de camera keert terug naar het scherm Witbalans. Zet de hoofdschakelaar op | om een digitaal voorbeeld weer te geven bij de ingestelde kleurtemperatuur. Druk twee keer op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde witbalans.
Pagina 131
Kleurgebied instellen U kunt het te gebruiken kleurgebied instellen. De standaardinstelling is [sRGB]. Instellen op sRGB-kleurgebied. sRGB Instellen op kleurgebied AdobeRGB. AdobeRGB Instellen bij [Kleurgebied] in het menu [A Pers.inst.]. (p.34) Kleurgebied sRGB AdobeRGB Instellen op sRGB Bestandsnamen verschillen afhankelijk van de instelling voor kleurgebied, zie hieronder. Voor sRGB: IMGPxxxx.JPG Voor AdobeRGB: _IGPxxxx.JPG...
Pagina 132
Scherpstellen U kunt op de volgende manieren scherpstellen. De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop tot Autofocus halverwege wordt ingedrukt. Handmatig scherpstellen Stel handmatig scherp. De autofocus gebruiken U kunt ook kiezen uit twee autofocus-functies: l (Eén opname), waarbij de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt om scherp te stellen op het onderwerp en de scherpstelling op die stand wordt vastgehouden, en k (Continu), waarbij continu wordt scherpgesteld op het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Pagina 133
Kijk door de zoeker en druk de ontspanknop tot halverwege in. Wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, verschijnt de scherpstelindicatie ] in de zoeker (als de indicatie knippert, is er niet scherpgesteld op het onderwerp). 1 Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld (p.66) Scherpstelindicatie •...
Pagina 134
Het scherpstelkader instellen (AF-punt) Selecteert het gedeelte van de zoeker waarop moet worden scherpgesteld. De fabrieksinstelling is S (Auto). Het geselecteerde AF-punt licht rood op in de zoeker. (AF-punt weergeven) De camera selecteert het optimale AF-punt, zelfs als het onderwerp niet Auto in het midden staat.
Pagina 135
De scherpstelstand instellen in de zoeker Selecteer j (Selecteren) met de kiezer voor ander scherpstelpunt. Kijk door de zoeker en controleer de positie van het onderwerp. Gebruik de vierwegbesturing (2345) om het gewenste AF-punt te selecteren. Het AF-punt licht rood op in de zoeker (AF-punt weergeven) zodat u kunt controleren waarop het AF-punt is ingesteld.
Pagina 136
Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling) Als het onderwerp buiten het bereik van het scherpstelveld valt, kan de camera niet automatisch scherpstellen op het onderwerp. In deze situatie kunt u het scherpstelveld op het onderwerp richten, de scherpstelvergrendeling gebruiken en het onderwerp opnieuw uitkaderen. Kader het onderwerp in de zoeker uit.
Pagina 137
Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt en kader het onderwerp opnieuw in. • De scherpstelling is vergrendeld zolang de scherpstelindicatie ] brandt. • Als u de zoomring van het objectief draait terwijl de scherpstelvergrendeling actief is, bestaat de kans dat het onderwerp niet meer scherp is. •...
Pagina 138
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen) Bij handmatige aanpassing van de scherpstelling kunt u aan de hand van de scherpstelindicatie of het matglas in de zoeker vaststellen of op het onderwerp is scherpgesteld. De scherpstelindicatie gebruiken Met de scherpstelindicatie kunt u de scherpstelling handmatig aanpassen ]. Zet de scherpstelfunctieknop op \.
Pagina 139
• Als er moeilijk op het onderwerp kan worden scherpgesteld (p.66) en de scherpstelindicatie niet blijft branden, gebruikt u het matglas in de zoeker. • Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.189) Het matglas in de zoeker gebruiken U kunt handmatig scherpstellen met behulp van het matglas in de zoeker. Zet de scherpstelfunctieknop op \.
Pagina 140
Belichting instellen Effect van diafragma en sluitertijd De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie sluitertijd-diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd-diafragmacombinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat opleveren. Effect van sluitertijd De sluitertijd bepaalt de belichtingstijd van de opname, m.a.w. de tijd dat de CCD aan licht wordt blootgesteld.
Pagina 141
Effect van diafragma Wijzig de hoeveelheid licht die op de CCD terechtkomt door het diafragma te wijzigen. Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen) Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn dan het onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een grote diafragmaopening, wordt het landschap voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen de bloem wordt...
Pagina 142
Gevoeligheid instellen U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [Auto] of binnen een gevoeligheidsbereik dat overeenkomt met ISO 100 tot 1600. De standaardinstelling is [Auto]. Stel [Gevoeligheid] in het functiemenu in. (p.36) AUTO AUTO AUTO...
Pagina 143
ISO-waarschuwing De ISO-waarschuwing wordt weergegeven in de zoeker als een door u ingestelde waarde voor gevoeligheid wordt bereikt of overschreden. Stel een gevoeligheid in die u niet regelmatig gebruikt om te voorkomen dat u hem vergeet terug te zetten wanneer de gevoeligheid wordt verhoogd.
Pagina 144
De lichtmeetmethode selecteren Selecteer het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. U kunt kiezen uit L (Meervlaks lichtmeting), M (Lichtmeting met nadruk op het midden) of N (Spotmeting). De fabrieksinstelling is L (Meervlaks lichtmeting). Meervlaks Het scherm wordt verdeeld in 16 delen, elk deel wordt gemeten lichtmeting...
Pagina 145
AF-punt koppelen aan de automatische belichting tijdens meervlaksmeting Bij [Koppelt belicht. + AF] (p.33) in het menu [A Pers.inst.] kunt u de belichting koppelen aan het scherpstelpunt tijdens meervlaks lichtmeting. De standaardinstelling is [Uit]. De belichting wordt onafhankelijk van het AF-punt ingesteld. De belichting wordt op basis van het AF-punt ingesteld.
Pagina 146
De belichtingsfunctie wijzigen Deze camera heeft de volgende negen belichtingsfuncties. Gebruik de functiekiezer (p.38) om de belichtingsfunctie te wijzigen. Belichtings- Sluitertijd Diafragma Belicht. functie Beschrijving Bladzijde correctie wijzigen wijzigen De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met p.146 (Snelinstelling) Programmalijn voor het...
Pagina 147
Belichtings- Sluitertijd Diafragma Belicht. functie Beschrijving Bladzijde correctie wijzigen wijzigen Instelling van sluitertijd en diafragma voor het p.156 (Hyper-manual) maken van creatieve opnamen. Instelling voor het maken van opnamen waarvoor lange sluitertijden nodig p.159 (Tijdopname) zijn, zoals vuurwerk en nachtopnamen. Vergrendelt de sluitertijd op 1/180 sec Maak hier gebruik van als u werkt met...
Pagina 148
De B (Snelinstelling) gebruiken De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. Zet de functiekiezer op B. Controleer de sluitertijd en de diafragmawaarde in de zoeker en op het LCD-display.
Pagina 149
Het e (Hyper-program) gebruiken De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. Wijzig met de e-knoppen aan de voor- en achterzijde de sluitertijd en het diafragma onder handhaving van de juiste belichting (Hyper-program).
Pagina 150
Hyper-program De sluitertijd wijzigen U kunt overschakelen naar automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze door aan de e-knop op de voorzijde te draaien in de stand e (Hyper-program). • U kunt alleen een sluitertijd kiezen die past bij het diafragma. • Als de helderheid verandert en de diafragmawaarde daardoor buiten het relatieve bereik valt, zal de diafragmawaarde knipperen in de zoeker en op het LCD.
Pagina 151
Draai aan de e-knop op de achterzijde en pas de gevoeligheid aan. Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid worden weergegeven in de zoeker en op het LCD-display. • U kunt de gevoeligheid instellen op waarden die overeenkomen met ISO 100 tot ISO 1600.
Pagina 152
Gebruik van de b (Sluitertijdvoorkeuze) Wanneer u de sluitertijd korter instelt, kunt u opnamen maken van bewegende onderwerpen alsof deze stilstaan. Wanneer u de sluitertijd langer instelt, benadrukt u de beweging van het onderwerp. Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch ingesteld voor de juiste belichting.
Pagina 153
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.138) • Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [LW-stappen] in het menu [A Pers.inst.]. (p.162) •...
Pagina 154
Gebruik van de c (diafragmavoorkeuze) Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen. De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker) wanneer het diafragma op een hoge waarde wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde wordt ingesteld.
Pagina 155
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de belichtings- correctiewaarde te wijzigen. (p.161) • Stel de diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [LW-stappen] in het menu [A Pers.inst.]. (p.162) •...
Pagina 156
De L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) gebruiken Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van opnamen. Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat sluitertijd en de diafragmawaarde de juiste belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp. Zet de functiekiezer op TAv. Draai aan de e-knop op de voorzijde om de sluitertijd...
Pagina 157
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de belichtings- correctiewaarde te wijzigen. (p.161) • Stel de sluitertijd en diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [LW-stappen] in het menu [A Pers.inst.]. (p.162) •...
Pagina 158
a (Hyper-manual) gebruiken Deze functie is handig voor het maken van opnamen met dezelfde combinatie van sluitertijd en diafragma, of het maken opnamen die opzettelijk onderbelicht (donkerder) dan wel overbelicht (lichter) moeten worden. 1 Effect van diafragma en sluitertijd (p.138) Zet de functiekiezer op a.
Pagina 159
• Als de gevoeligheid is ingesteld op [Auto] en de belichtingsfunctie op a (Hyper-manual), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik voor automatische correctie instellen bij Auto” (p.140). • De indicatie in de zoeker knippert als het verschil met de juiste belichting groter is dan ±3,0. •...
Pagina 160
Combineren met L Druk op de knop L (p.162) om de belichtingswaarde op te nemen in Hyper-manual. Als de sluitertijd of het diafragma daarna wordt gewijzigd, wordt de combinatie van sluitertijd en diafragma aangepast om dezelfde belichting te behouden. Voorbeeld) Als een sluitertijd van 1/125 sec en een diafragmawaarde van F5.6 zijn opgenomen met de L knop, en de sluitertijd wordt vervolgens gewijzigd naar 1/30 sec met behulp van de e-knop op de voorzijde, zal de diafragmawaarde automatisch worden gewijzigd in F11.
Pagina 161
Gebruik van p (Tijdopname) De tijdopnamefunctie gebruikt u voor lange belichtingstijden, bijvoorbeeld om ’s nachts te fotograferen of om opnamen van vuurwerk te maken. De sluiter blijft open zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt. Zet de functiekiezer op p. • Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen. •...
Pagina 162
De M (X-sync-snelheid van de flitser) gebruiken De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/180 seconde. Maak hier gebruik van als u werkt met een externe flitser die de sluitertijd niet automatisch aanpast. Zet de functiekiezer op M. • Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen. •...
Pagina 163
Belichting instellen Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere) opnamen maken. Stel de trapinterval van 1/2 LW of e1/3 LW in bij [ ] in het menu [A Pers.inst.]. LW-stappen p.162 U kunt de LW-correctie instellen tussen –3 en +3 (LW) in stappen van 1/2 LW, of tussen –2 en +2 (LW) in stappen van 1/3 LW.
Pagina 164
Belichtingsstappen wijzigen Stel de belichtingsstap in bij [ ] in het menu [A Pers.inst.] met stappen LW-stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. LW-stappen 1/2 LW Stap 1/3 LW Stap Stappen belichting ingesteld op 1/2 LW Belichting bepalen alvorens een opname te maken (Belichtingsgeheugen) Het belichtingsgeheugen is een functie die de belichting vasthoudt zoals die is vóór het maken van de opname.
Pagina 165
Automatisch wijzigen van de opname-instellingen tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket) Opnamen maken met Belichtingsbracket U kunt continuopnamen maken met een verschillende belichting wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. De eerste opname wordt belicht zonder correctie, de tweede wordt onderbelicht (negatieve correctie) en de derde wordt overbelicht (positieve correctie) (als het aantal opnamen wordt ingesteld op [3]).
Pagina 166
Stel de trapinterval in. Draai aan de e-knop op de achterzijde terwijl u op de knop ] drukt. In het menu [A Pers.inst.] (p.33) beschikt u over de volgende bracketinghoeveelheden bij LW-stappen 1/2LW ±0.5, ±1.0, ±1.5, ±2.0 Bracketinghoev. (trapinterval) 1/3LW ±0.3, ±0.7, ±1.0, ±1.3, ±1.7, ±2.0 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Pagina 167
Opnamen maken met Uitgebreide Bracket U kunt opnamen opslaan met drie verschillende niveaus voor witbalans, kleurverzadiging, scherpte en contrast. In tegenstelling tot belichtingsbracketing, worden bij elke opname drie afbeeldingen opgeslagen. U kunt de volgorde van opslaan instellen met [Volgorde A Bracketng] in het menu [A Pers.inst.].
Pagina 168
Druk op de knop 3. De opnamestand wordt geactiveerd. Maak de opname. Er worden drie afbeeldingen opgeslagen. • U kunt uitgebreide bracketing combineren met belichtingsbracketing (p.163). • Uitgebreide bracketing en Dubbelopnamen kunnen niet samen worden gebruikt. De functie die als laatste is ingesteld, wordt gebruikt. •...
Pagina 169
Druk op de knop 4. De opnamestand wordt geactiveerd. Maak de opname. De gemaakte opname wordt steeds na het loslaten van de ontspanknop in de momentcontrole weergegeven. Druk op de knop i tijdens de momentcontrole om opnamen te verwijderen die tot dat moment zijn gemaakt en opnieuw te beginnen vanaf de eerste opname.
Pagina 170
De instellingen in A wijzigen U kunt ook instellingen opgeven als de functiekiezer op A staat. Als u de belichtingsfunctie wilt wijzigen, drukt u op de knop 3 in de opnamestand en geeft u instellingen op bij [Belicht. functie] in het menu [A USER]. U S E R Belicht.
Pagina 171
Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname U kunt met de voorbeeldfunctie de scherptediepte, de compositie, de belichting en de scherpstelling controleren voordat u een opname maakt. Er zijn twee voorbeeldmethoden. Optisch voorbeeld Voor het controleren van de scherptediepte door de zoeker. Voor het beoordelen van compositie, belichting en scherpstelling Digitaal voorbeeld op de LCD-monitor.
Pagina 172
Voorbeeld weergeven Het optische of digitale voorbeeld weergeven. Optisch voorbeeld Breng het onderwerp binnen het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in. Zet de hoofdschakelaar op | terwijl u door de zoeker kijkt. U kunt de scherptediepte beoordelen door de zoeker als de hoofdschakelaar in de stand | staat.
Pagina 173
Digitaal voorbeeld weergeven Stel scherp op het onderwerp, kader het beeld uit in de zoeker en zet de hoofdschakelaar op de stand |. Het pictogram (|) wordt op de LCD-monitor weergegeven gedurende de weergave van het voorbeeld en u kunt compositie, belichting en scherpstelling beoordelen.
Pagina 174
Ingebouwde flitser gebruiken corrigeren van de flitsintensiteit U kunt de flits instellen in een bereik van –2.0 tot +1.0. De flitscorrectiewaarden zijn als volgt bij 1/2 LW en 1/3 LW. Trapinterval Flitscorrectie 1/2LW ––2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0 1/3LW ––2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0 * Stel de trapinterval in bij [...
Pagina 175
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen U kunt opnamen maken terwijl de flitser nog wordt opgeladen. Stel [[Ontspant bij opladen]] in het menu [A Pers.inst.] in op [Aan] (p.34). Bij de standaardinstelling kunt u geen opnamen maken terwijl de flitser wordt opgeladen. Ontspant bij opladen Ontspannen mogelijk tijdens opladen...
Pagina 176
Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken U kunt lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken wanneer u portretopnamen maakt met een zonsondergang op de achtergrond. Zowel het portret als de achtergrond worden prachtig vastgelegd. • Een lange-sluitertijdsynchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie Bewegingsreductie of schakel de functie Bewegingsreductie uit en gebruik een statief om camerabeweging te voorkomen.
Pagina 177
2e sluitergordijn-synchronisatie 2e sluitergordijn-synchronisatie geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn wordt gesloten. Bij het maken van opnamen van bewegende voorwerpen bij een lange sluitertijd, zorgen 2e sluitergordijn-synchronisatie en lange-sluitertijdsynchronisatie voor verschillende effecten, afhankelijk van het moment waarop de flitser afgaat. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een auto met 2e sluitergordijn-synchronisatie, wordt, zolang de sluiter open is, een lichtspoor vastgelegd, terwijl de flits de auto vastlegt op het moment dat de sluiter wordt ontspannen.
Pagina 178
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand op elkaar zijn afgestemd. Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitser onjuist is ingesteld. Richtgetal ingebouwde flitser Gevoeligheid Richtgetal ingebouwde flitser ISO 100...
Pagina 179
Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F met de ingebouwde flitser Hieronder vindt u de compatibiliteit van de ingebouwde flitser bij het gebruik van objectieven DA, D FA, FA J, FA en F met de q zonder zonnekap. : beschikbaar : beschikbaar afhankelijk van andere factoren Nee : niet-beschikbaar vanwege vignettering...
Pagina 180
Type objectief Compatibiliteit FA80-320 mm F4.5-5.6 FA80-200 mm F4.7-5.6 FA100-300 mm F4.7-5.8 FA 250-600 mm F5.6ED (IF) DA14 mm F2.8ED (IF) FA20 mm F2.8 DA21 mm F3.2AL Limited FA 24 mm F2AL (IF) FA28 mm F2.8AL FA31 mm F1.8AL Limited FA35 mm F2AL DA40 mm F2.8 Limited FA43 mm F1.9 Limited...
Pagina 181
Gebruik van een externe flitser (optioneel) De optionele externe flitser AF540FGZ of AF360FGZ ondersteunt een aantal flitsfuncties, zoals automatisch P-DDL-flitsen, flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie en draadloos flitsen. Zie het onderstaande schema voor details. (Ja: beschikbaar #: Beperkt Nee: niet beschikbaar) Flitser Ingebouwde AF540FGZ Flitser...
Pagina 182
Weergave op het LCD van de AF360FGZ De AF360FGZ heeft geen functie voor het instellen van het filmformaat op [DIGITAL], maar het verschil in beeldhoek tussen standaard kleinbeeld en de q wordt automatisch berekend op basis van de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief (als u een objectief gebruikt van het type DA, D FA, FA J, FA of F).
Pagina 183
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie Met de AF540FGZ of de AF360FGZ kunt u de flitser activeren om een opname te maken met een sluitertijd die korter is dan 1/180 s. Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie kan ook worden gebruikt met de flitser aangesloten op de camera of bij draadloos flitsen. De AF540FGZ of de AF360FGZ op de camera aansluiten en gebruiken 1 Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser...
Pagina 184
Draadloos flitsen 1 Stel de externe flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) op de gewenste plaats op. 2 Zet de aan/uit-knop van de externe flitser in de stand [WIRELESS] (draadloos). 3 Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser in de stand [S] (Slave). 4 Zet de camera aan en draai dan aan de functiekiezer om de belichtingsfunctie in te stellen op B, e, K, b, c, L of a.
Pagina 185
Anti rode ogen Net als bij de ingebouwde flitser is ook voor een externe flitser anti rode ogen beschikbaar. Voor sommige flitsers is deze functie mogelijk niet beschikbaar en er kunnen beperkingen gelden voor de gebruiksomstandigheden. Zie het schema op p.179. •...
Pagina 186
• Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden. • Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen de AF540FGZ of de AF360FGZ te gebruiken als flitser.
Pagina 187
• Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden. • Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen automatische flitsers van PENTAX te gebruiken.
Pagina 188
Instellingen tijdens de weergave Weergavefunctie wijzigen De camera schakelt over naar weergave van andere informatie als u op de knop M drukt in het weergavescherm. Standaard Opname en indicaties worden weergegeven. Histogram Opnamen en histogram (Helderheid/RGB) worden weergegeven. Detail info Opnamegegevens worden weergegeven met een miniatuur in de linkerbovenhoek.
Pagina 189
Weergave-interval diavoorstelling instellen U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart achter elkaar weergeven. (p.92) Zet de weergave-interval op [3 sec], [5 sec], [10 sec] of [30 sec]. De standaardinstelling is [3 sec]. Geef op of al dan niet herhaald moet worden afgespeeld. De standaardinstelling is [Uit]. Selecteer [Diavoorstelling] in Weergeven het menu [Q Weergeven].
Pagina 190
Camera-instellingen SD-geheugenkaart formatteren Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Bij formatteren worden alle gegevens van de SD-geheugenkaart verwijderd. • Open de klep voor de SD-geheugenkaart niet bij het formatteren van een SD-geheugenkaart. De kaart kan daardoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Pagina 191
Het geluidssignaal in- en uitschakelen U kunt het geluidssignaal van de camera in of uitschakelen. De standaardinstelling is Alle O (Aan). Er zijn vijf items die u kunt instellen: scherpgesteld, belichtingsgeheugen, de knop |, zelfontspanner en afstandsbediening. Selecteer [Signaal] in Set-up het menu [R Set-up].
Pagina 192
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen U kunt de datum- en tijdinstellingen wijzigen. U kunt ook de weergavestijl instellen. Kies [mm/dd/jj], [dd/mm/jj] of [jj/mm/dd]. Selecteer [12h] (12-uurs) of [24h] (24-uurs) voor de tijdweergave. Instellen bij [Datum instellen] in het menu [R Set-up]. (p.32) 1 Datum en tijd instellen (p.56) Datum instellen Datumnotatie...
Pagina 193
Wereldtijd instellen De datum en tijd die u selecteert bij “Standaardinstellingen” (p.53) zijn de datum en tijd van uw huidige locatie. Door de wereldtijd in te stellen kunt u de lokale datum en tijd weergeven op de LCD-monitor wanneer u in het buitenland bent. Selecteer [Wereldtijd] in het menu [R Set-up].
Pagina 194
Selecteer met de vierweg- Bestemmingstijd besturing (45) de plaats van bestemming. Het huidige tijdstip, de plaats en het tijdsverschil van de gekozen stad verschijnt. Londen Zomertijd +05:00 Annul. 05:25 MENU Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (3). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Selecteer O (Aan) als de stad van bestemming de zomertijd hanteert.
Pagina 195
Lijst met steden voor wereldtijd Plaats Plaats Regio Regio Honolulu Jeruzalem Noord-Amerika Afrika/ West-Azië Anchorage Nairobi Vancouver Jeddah San Francisco Teheran Los Angeles Doebai Calgary Karachi Denver Kaboel Chicago Male Miami Delhi Toronto Colombo New York Kathmandu Halifax Dacca Mexico-Stad Yangon Midden- en Zuid- Oost-Azië...
Pagina 196
Weergavetaal instellen U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden weergegeven. Instellen bij [Language/ ] in het menu [R Set-up]. (p.32) U kunt kiezen uit twaalf talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Zweeds, Nederlands, Russisch, Koreaans, Chinees [traditioneel/vereenvoudigd] en Japans. 1 De weergavetaal instellen (p.53) English Nederlands...
Pagina 197
De helderheid van de LCD-monitor aanpassen U kunt de helderheid van de LCD-monitor aanpassen. Wijzig de instellingen wanneer de LCD-monitor moeilijk leesbaar is. Instellen bij [Helderheid] in het menu [R Set-up]. (p.32) Set-up Hulpdisplay Helderheid Videosignaal Transfer functie Auto Uitsch. Bestandsnaam Std.
Pagina 198
Automatisch uitschakelen instellen U kunt de camera zo instellen dat deze automatisch uitschakelt wanneer deze een bepaalde tijd niet gebruikt is. Selecteer [1 min], [3 min], [5 min], [10 min], [30 min] of uit [Uit]. De standaardinstelling is [1 min]. Instellen bij [Auto Uitsch.] in het menu [R Set-up].
Pagina 199
De weergave voor Momentcontrole en Digitaal voorbeeld instellen U kunt de instellingen opgeven voor Momentcontrole en Digitaal voorbeeld. Momentcontrole instellen U kunt een weergavetijd voor momentcontrole opgeven en instellen of het histogram en de waarschuwing Licht/donker geb moeten worden weergegeven. De standaardinstellingen zijn [1 sec] voor de weergavetijd en [Uit] voor het histogram en de waarschuwing Licht/donker geb.
Pagina 200
Druk twee keer op de knop 3. De camera is gereed voor het maken van een opname. Digitaal voorbeeld instellen U kunt instellen of in het digitale voorbeeld de waarschuwing Licht/donker geb of een histogram wordt weergeven. De standaardinstelling is [Uit] voor het histogram en de waarschuwing Licht/donker geb.
Pagina 201
Druk op de vierwegbesturing (5). Batterij kiezen Gebruik de vierwegbesturing (23) om te kiezen Auto uit [Auto], [Body eerst] en [Grip eerst]. Body eerst Grip eerst Annul. MENU Druk op de knop 4. Druk twee keer op de knop 3. De camera is gereed voor het maken van een opname.
Pagina 202
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk twee keer op de knop 3. De camera is gereed voor het maken van een opname. • Als [Bestandsnr.] is ingesteld op O (Aan), wordt het bestandsnummer van de laatst gemaakte opname opgeslagen en krijgen volgende opnamen daarop volgende nummers, zelfs als u een andere SD-kaart plaatst.
Pagina 203
Standaardinstellingen herstellen Menu Opname/Weergeven/Set-up herstellen Instellingen in het menu [A Opname], [Q Weergeven] en [R Set-up] kunnen worden hersteld naar de standaardinstellingen. De instellingen voor Datum instellen, Language, Videosignaal en Wereldtijd worden echter niet hersteld. Selecteer [Reset] in het menu [R Set-up]. Druk op de vierwegbesturing (5) om het scherm [Reset] weer te geven.
Pagina 204
Menu Pers.inst. herstellen Instellingen in het menu [A Pers.inst.] herstellen naar de standaardinstellingen. De instellingen in de menu’s [A Opname], [Q Weergeven] en [R Set-up] worden niet hersteld. Selecteer [Reset] in het menu [A Pers.inst.]. Druk op de vierwegbesturing (5) om het scherm Reset pers. inst. weer te geven.
Pagina 205
Bijlage Standaardinstellingen ..............204 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties ... 208 Opmerkingen bij [Gebruik diafr.ring] ........... 210 De CCD schoonmaken ..............211 Optionele accessoires ..............214 Foutberichten ................. 217 Problemen oplossen ..............219 Belangrijkste technische gegevens ..........221 Verklarende woordenlijst .............. 224 Index ....................
Pagina 206
Standaardinstellingen In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen. Gegevens in de tabel. De actieve instelling (laatste geheugen) wordt bewaard wanneer de camera wordt uitgezet. Reset instelling : De instelling gaat terug naar de standaard instelling met de reset-functie (p.201). Nee : De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt gereset. Menu [A Opname] Reset Onderdeel...
Pagina 207
Menu [R Set-up] Reset Onderdeel Standaardinstelling Bladzijde instelling USER p.167 Formatteren p.188 Signaal Alle (Aan) p.189 Datum instellen Gelijk aan standaardinstelling p.190 Wereldtijdinstelling (uit) Thuistijd (plaats) Gelijk aan standaardinstelling Wereldtijd Thuistijd (zomertijd) Gelijk aan standaardinstelling p.191 Doeltijd (plaats) Gelijk aan Thuistijd Doeltijd (zomertijd) Gelijk aan Thuistijd Gelijk aan standaardinstelling...
Pagina 208
Menu [A Pers. Inst] Reset Onderdeel Standaardinstelling Bladzijde instelling Instellingen (uit) p.33 Programmalijn Normaal LW-stappen Stappen van 1/2 LW p.162 Gevoeligheidsstappen Stappen van 1 LW p.140 ISO-waarschuwing p.141 Bedrijftijd lichtmtr 10 sec p.143 AE-L met AF lock p.135 Koppelt belicht.+ AF p.143 Volgorde A Bracketng 0 - +...
Pagina 209
Functiemenu Reset Onderdeel Standaardinstelling Bladzijde Instellen p.75, Transportstand 9 (enkelbeeldopnamen) p.77, p.81 Flitsinstelling E (Flitser aan) p.72 Witbalans F (automatisch) p.123 Gevoeligheid Automatisch p.140 DPOF-instellingen p.106 Digitaal filter Zwart-wit p.95 Diavoorstelling 3 sec p.92 Opnamepixels: 10M RAW-weergave Kwaliteitsniveau: C p.98 Gevoeligheid: ±0 *1 Automatische flits bij Snelinstelling.
Pagina 210
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties Compatibele objectieven Bij deze camera kunnen alleen DA en FA J objectieven en D FA/FA/F/A objectieven met een positie s op de diafragmaring worden gebruikt. Zie “Opmerkingen bij [Gebruik diafr.ring]” (p.210) voor andere objectieven en D FA/FA/F/A objectieven met de diafragmaring ingesteld op een andere positie dan s.
Pagina 211
Objectieven en vattingen FA-objectieven met een vaste brandpuntsafstand (objectieven zonder zoom) en DA, D FA, FA, FA J en F objectieven hebben de K -vatting. Van de FA-zoomobjectieven hebben de objectieven met power zoom de K -vatting. Objectieven zonder power zoom hebben de K -vatting.
Pagina 212
Opmerkingen bij [Gebruik diafr.ring] Diafragmaring gebruiken Wanneer [Gebruik diafr. ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.inst.] (p.35), kan de sluiter ontspannen worden, zelfs wanneer de diafragmaring van het D FA, FA, F of A objectief niet op de positie s staat of wanneer er een objectief zonder positie s wordt bevestigd.
Pagina 213
De CCD schoonmaken Wanneer de CCD vuil of stoffig wordt, kunnen er schaduwen ontstaan in de opname bij witte achtergronden of andere opnameomstandigheden. Dit wijst erop dat de CCD moet worden schoongemaakt. Stof verwijderen door de CCD te schudden Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CCD geschud om stof te verwijderen. Selecteer [Sensor stofvrij] in Sensor stofvrij het menu [R Set-up] en druk...
Pagina 214
Stof verwijderen met een blaaskwastje Klap de spiegel omhoog en open de sluiter om schoon te maken met een blaaskwastje. Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging, aangezien de CCD een precisie-onderdeel is. Aan het schoonmaken zijn kosten verbonden.
Pagina 215
Gebruik de vierwegbesturing (2) Sensor reinigen om [Spiegel omhoog] te kiezen. Spiegel op CCD reinigen Uitschakelen om te stoppen Spiegel omhoog Annuleren Druk op de knop 4. De spiegel wordt vastgezet in de opgeklapte stand. Reinig de CCD. Gebruik een blaasbalgje zonder kwastje om vuil en stof van de CCD te verwijderen.
Pagina 216
Optionele accessoires Bij deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar. Neem contact op met onze verkoopafdeling voor nadere informatie over toebehoren. Batterijgreep D-BG2 De batterijgreep is uitgerust met bijvoorbeeld een ontspanknop, e-knoppen op de voorzijde en achterzijde en een L knop voor het maken van verticale opnamen. Netvoedingsadapter D-AC50 Voor het aansluiten van de camera op netspanning met behulp van het netsnoer.
Pagina 217
Flitsertoebehoren Automatische flitser AF540FGZ Automatische flitser AF360FGZ De AF540FGZ en de AF360FGZ zijn flitsers met functionaliteit voor Automatisch P-DDL- flitsen met een maximaal richtgetal van respectievelijk 54 en 36 (ISO 100/m). Bovendien hebben ze functionaliteit voor slave-flitsen, flitsen met contrastregelingssynchronisatie, automatisch flitsen, flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie, draadloos flitsen, en flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie en 2e sluitergordijn-synchronisatie.
Pagina 218
Verwisselbaar scherpstelscherm LF-80: AF Frame Matte (standaard) LL-80: AF Divided Matte LI-80: AF Scale Matte Cameratas Cameratas O-CC55 Overige Onderstaande accessoires zijn gelijk aan de bij de camera geleverde accessoires. ME-zoekerkapje Oogschelp F Draagriem O-ST53...
Pagina 219
Foutberichten Foutbericht Beschrijving De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of verwijder niet-benodigde opnamen. Geheugenkaart vol (p.48, p.100) Wellicht kunt u nog nieuwe opnamen opslaan als u bestanden omzet in JPEG-bestanden, als u de instelling voor JPEG- opnamepixels of JPEG-kwaliteit aanpast.
Pagina 220
Foutbericht Beschrijving Het DPOF-instellingenbestand of de geroteerde opname kon niet worden opgeslagen omdat de SD-geheugenkaart vol is. Instellingen niet opgeslagen Verwijder niet gewenste opnamen en stel DPOF opnieuw in of roteer de opname opnieuw. (p.100) RAW-opnamen kunnen niet DPOF kan niet worden gebruikt voor RAW-opnamen. worden ingesteld RAW-opnamen worden RAW-opnamen kunnen niet via het digitale filter worden verwerkt.
Pagina 221
Problemen oplossen We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van de volgende tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een servicecentrum. Probleem Oorzaak Oplossing Controleer of de batterijen zijn geplaatst. Is dat niet het Batterijen niet geplaatst.
Pagina 222
De spiegel gaat dan terug naar zijn uitgangspositie. Als de camera hierna weer naar behoren werkt, is reparatie niet nodig. Raadpleeg p. 11 van de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor informatie over aansluiting van de camera op een computer.
Pagina 223
Elektronische, verticaal aflopende spleetsluiter. Sluitertijden:(1) automatisch: 1/4000-30 s (traploos); (2) handbediening: 1/4000-30 s (stappen van 1/2 LW Sluiter of 1/3 LW); (3) tijdopname, elektromagnetische ontspanknop, sluitervergrendeling wanneer hoofdschakelaar uit staat. Pentax KAF2-bajonetvatting (AF-koppeling, objectiefinformatiecontacten, Objectiefvatting K-vatting met voedingscontacten).
Pagina 224
Zelfontspanner omhoog). Begint nadat op ontspanknop is gedrukt. Bevestiging werking: mogelijkheid om geluidssignaal in te stellen. Annuleerbaar na activering. Pentax afstandbediening F (optioneel) De sluiter wordt onmiddellijk of circa Afstandbediening drie seconden nadat de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt ontspannen.
Pagina 226
Verklarende woordenlijst AdobeRGB Kleurruimte aanbevolen door Adobe Systems, Inc. voor commercieel afdrukken. Breder bereik van kleurreproductie dan sRGB. Dekt het grootste kleurbereik zodat kleuren die alleen beschikbaar zijn tijdens afdrukken niet verloren gaan wanneer opnamen op een computer worden bewerkt. Wanneer opnamen worden geopend in niet-compatibele software, lijken de kleuren lichter.
Pagina 227
DCF (Design Rule for Camera File System) Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). Donkere gedeelten Het onderbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt zwart. Scherptediepte Scherpstelgebied. Dit hangt af van het diafragma, de brandpuntsafstand van het objectief en de afstand tot het onderwerp.
Pagina 228
Mired Proportionele meeteenheid voor het consistent uidrukken van de kleurwijziging per eenheid. Wordt bepaald door vermenigvuldiging van de inverse van de kleurtemperatuur met 1.000.000. ND-filter (Neutral Density) Filter met veel verzadigingsniveaus, dat de helderheid aanpast zonder dat dit invloed heeft op de kleurtint van opnamen.
Pagina 229
Vignettering De randen van opnamen worden zwart omdat het door het onderwerp gereflecteerde licht gedeeltelijk wordt geblokkeerd door de zonnekap of een filter of wanneer de flitsbundel gedeeltelijk wordt geblokkeerd door het objectief. Witbalans Tijdens opnamen wordt de kleurtemperatuur aangepast, zodat die overeenkomt met de lichtbron, om het onderwerp de juiste kleur te geven.
Pagina 230
Index [A Pers.inst.] Menu ..... 33, 205 Belichtingswaarschuwing .. 151, 153, 157 i (Wissen) knop ......21, 100 Beveiligen ......... 104 m (Belichtingscorrectie) knop ..19, 161 Z (Beveiligen) knop ....21, 104 ] (Belichtingsbracket) knop ..19, 163 Bewegingsreductie ......67 K (Flitser uitklappen) knop ..
Pagina 231
K (Flitser uitklappen) knop .... 71 { knop ........19, 21, 36 Lamplicht Formatteren ........188 (Witbalans) ........123 Foutbericht ........217 Lange-sluitertijdsync ......71 Functiekiezer ......... 19, 38 Lange-sluitertijdsynchronisatie ..174 Functiemenu ........36 LCD-display ........28 LCD-monitor ........22 LED voor lezen A Functie ........
Pagina 232
e (Hyper-program) ......147 Taal ............. 53 PAL ........... 195 L(Sluitertijd- PC-F ..........220 en Diafragmavoorkeuze) ....154 P-DDL (Auto) ........180 p functie (Tijdopname) ..... 159 P-DDL (flitser) ........182 Tijdopname p ........159 Persoonlijke instellingen ..... 33 Timer belichtingsmeter ..... 164 PictBridge ..........
Pagina 234
Indien u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar.
Pagina 235
Wij adviseren u daarom kennis te nemen van de garantiekaart die u hebt ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop, of contact op te nemen met de PENTAX-distributeur in uw land voor meer informatie en voor een kopie van de garantiebepalingen.
Pagina 236
Informatie voor gebruikers over afvoeren 1. In de Europese Unie Als uw product met dit symbool is gemarkeerd, dan houdt dit in dat het gaat om een gebruikt elektrisch/elektronisch product dat niet met het gewone huishoudelijke afval mag worden meegegeven. Deze producten worden apart ingezameld.