208
Een bestandsindeling instellen
U kunt een bestandsindeling opgeven voor opnamen.
JPEG
RAW
RAW+
6
Als Uitgebreide bracketing, Digitaal filter, HDR-opname of Cross-processing
is geselecteerd, dan wordt de bestandsindeling ingesteld op [JPEG]; u kunt dat
niet wijzigen. Als u een andere bestandsindeling wilt gebruiken, moet u deze
functies uitschakelen.
1
Selecteer [Bestandsindeling] in het menu [A Opnamemodus 1]
en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer een bestandsindeling
met de vierwegbesturing (23).
Als u de bestandsindeling wijzigt, wordt
het beschikbare aantal opnamen rechts
boven in het scherm weergegeven.
3
Druk op de knop 4.
Opnamen worden gemaakt in JPEG-formaat. (standaardinstelling)
U kunt de opnameresolutie wijzigen bij [JPEG-resolutie], en het
kwaliteitsniveau bij [JPEG kwaliteitsniveau].
De RAW-indeling is een uitvoerformaat van de CMOS-sensor dat
wordt opgeslagen zonder verdere verwerking.
Effecten zoals witbalans, aangepaste opname en kleurruimte worden
niet op de gemaakte opnamen toegepast, maar wel als feitelijke,
originele informatie opgeslagen Wanneer u het ontwikkelingsproces
uitvoert met de [RAW-ontwikkeling] functie (p.275), kunt u met deze
effecten JPEG-beelden maken.
Opnamen worden opgeslagen in zowel de RAW- als de JPEG-
indeling.
Wanneer [1x voor bestandsform.] is toegewezen aan de knop |/
Y, dan kunt u op de knop |/Y drukken om de bestandsindeling
tijdelijk te wijzigen en de opname in beide bestandsindelingen op te
slaan. (p.209)
Bestandsindeling
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
AF-instellingen
Objectiefcorrectie
Annul.
MENU
120
JPEG
JPEG
RAW
RAW+
OK
OK