VEILIGHEIDSUITRUSTING
Vereiste
veiligheidsuitrusting
De bestuurder en passagier(s) moeten
een goedgekeurd reddingsvest dragen
dat geschikt is voor gebruik op water-
scooters.
De bestuurder en passagier(s) moeten
een bril met veiligheidsglas bij de hand
hebben wanneer de vaaromstandighe-
den of persoonlijke voorkeuren dit ver-
eisen.
Door wind, opstuivend water en snel-
heid kunnen de ogen gaan tranen,
waardoor het zicht wordt vertroebeld.
Als bestuurder van de waterscooter
bent u ervoor verantwoordelijk dat
de vereiste veiligheidsuitrusting aan
boord is. Overweeg ook of u geen ex-
tra uitrusting moet meenemen voor
uw eigen veiligheid en die van uw pas-
sagiers. Informeer naar de nationale
en lokale voorschriften met betrekking
tot verplichte veiligheidsuitrusting.
Wettelijk voorgeschreven veiligheids-
uitrusting is verplicht. Als de lokale
voorschriften bijkomende uitrusting
voorschrijven, moet die zijn goedge-
keurd door een bevoegde instantie.
De volgende zaken maken deel uit van
de minimumuitrusting:
– Reddingsvesten (PFD)
– Een drijvende treklijn van minimaal
15 m
– Een waterdichte zaklamp of goed-
gekeurde seinvuurpijlen
– Een signaalapparaat
– Geluidsproducerende
len (claxon of fluit).
________
hulpmidde-
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Aanbevolen veiligheidsuitrusting
De bestuurder en passagier(s) van een
waterscooter moeten beschermende
kledij dragen, zoals:
– Een wetsuit-onderstuk of dik, dicht
geweven en nauw aansluitende kle-
dij die dezelfde bescherming biedt.
Een dunne short is bijvoorbeeld
niet geschikt. Water dat met gro-
te kracht door lichaamsopeningen
wordt geperst, bijvoorbeeld door
valpartijen of door te dicht bij de
straalbuis te komen, kan ernstig in-
wendig letsel veroorzaken. Gewo-
ne zwemkleding biedt onvoldoende
bescherming tegen water dat met
kracht in de onderste mannelijke of
vrouwelijke lichaamsopeningen bin-
nendringt.
– Het verdient ook aanbeveling om
passend schoeisel, handschoenen,
een veiligheidsbril of bril te dragen.
Een lichte, flexibele voetbescher-
ming is zeker aan te raden. Zo loopt
u minder risico op voetletsels wan-
neer u onder water op scherpe voor-
werpen trapt.
_______
23