VAARMODI
smo2009-002-114_zz
SCHUIVENDE MELDING -
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
1. Schuivende melding
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
2. De numerieke display keert terug naar de
vorige aanduiding
Ingestelde trage snelheid
veranderen
Om het instelpunt voor lage snelheid
te verhogen of verlagen, drukt u
een- of meermaals op de pijlknop OM-
HOOG/OMLAAG rechts op het stuur.
MELDING OP DE MULTIFUNCTIONELE
DISPLAY
TRAGE-SNELHEIDSMODUS – SNELHEID
WORDT AANGEPAST
Het instelpunt verschijnt opnieuw op
het digitale scherm om de gewijzigde
instelling voor de lage snelheid aan te
duiden.
smo2009-002-114_zz
SCHUIVENDE MELDING -
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
1. Schuivende melding
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
2. De numerieke display keert terug naar de
vorige aanduiding
______________
120
De displays keren een paar seconden
na de laatste druk op de pijlknop OM-
HOOG of OMLAAG terug naar hun
vorige aanduiding.
OPMERKING: Er zijn 5 trage-snel-
heidsinstellingen beschikbaar (1 tot
5). Pas de trage-snelheidsmodus aan
de gewenste snelheid aan.
Ter herinnering schuift de volgende
melding regelmatig over de multifunc-
tionele display.
MELDING OP DE MULTIFUNCTIONELE
DISPLAY
TRAGE-SNELHEIDSMODUS ACTIEF
De displays keren een paar seconden
na de laatste druk op de pijlknop OM-
HOOG of OMLAAG terug naar hun
vorige aanduiding.
Trage-snelheidsmodus deactiveren
De trage-snelheidsmodus kan worden
gedeactiveerd met één van de volgen-
de methodes:
– De cruiseknop indrukken
– De iBR-hendel indrukken
– Versnellen tot voorbij de ingestelde
trage snelheid
Bij deactivering van de TRAGE-SNEL-
HEIDSMODUS door de cruiseknop in
te drukken, of door met de gashendel
te versnellen, blijft de iBR-poort in de
voorwaartse stand staan.
Als de iBR-hendel wordt gebruikt, be-
weegt de iBR-poort naar de achter-
uitstand en vervolgens naar neutraal
zodra de hendel wordt losgelaten.
De deactivering van de TRAGE-SNEL-
HEIDSMODUS wordt als volgt aange-
geven:
– Het CRUISE-indicatorlichtje gaat uit.
– De
schuivende
GE-SNELHEIDSMODUS
houdt op.
melding
TRA-
ACTIEF