Advertenties
INSTELLINGEN
Dat is nuttig bij rijden in zones met
snelheidsbeperkingen.
De bestuurder moet de gashendel
ingedrukt houden om de voorwaart-
se snelheid aan te houden.
Zodra de maximumsnelheid is inge-
steld, kan de bestuurder de snel-
heid met het gaspedaal variëren
van stationair tot de ingestelde
snelheid. De ingestelde snelheid
wordt overschreden wanneer het
gaspedaal volledig wordt ingedrukt,
waarbij de snelheidsbegrenzer tijde-
lijk wordt uitgeschakeld (het picto-
gram knippert dan) tot de snelheid
weer gelijk aan of lager dan de in-
stelling van de snelheidsbegrenzer
is.
Laat uw aandacht voor de omge-
ving niet zakken terwijl u aan een
constante snelheid voortbeweegt.
Vertragen is een kwestie van het
gaspedaal loslaten.
Modus snelheidsbegrenzer
activeren
1.
Druk op de meterschakelaar
om naar het menu INSTELLIN-
GEN te gaan.
Selecteer SNELHEIDSLIMIET ,
2.
waarna u de keuze heeft uit
2.1
in km/h:
-
-- (Onbegrensd)
-
30 km/h
-
40 km/h
-
50 km/h
-
60 km/h
-
70 km/h
-
80 km/h
-
90 km/h
-
100 km/h
-
110 km/h
78
2.2
in MPH:
-
-- (Onbegrensd)
-
20 MPH
-
25 MPH
-
30 MPH
-
35 MPH
-
45 MPH
-
50 MPH
-
55 MPH
-
60 MPH
-
65 MPH
-
70 MPH
-
75 MPH
De indicator van de snelheidsbe-
grenzer brandt.
TYPISCH
1. Indicator snelheidsbegrenzer
Druk de menuknop ingedrukt om
de geselecteerde snelheidslimiet
te bevestigen.
OPMERKING: Een geactiveerde
snelheidsbegrenzermodus beperkt
enkel de maximaal beschikbare
snelheid wanneer het gaspedaal
wordt ingedrukt. Het gaspedaal
moet ingedrukt worden gehouden
om de voorwaartse snelheid te
handhaven. Zodra de snelheidsbe-
grenzerfunctie is geactiveerd, kan
de bestuurder de snelheid met het
gaspedaal variëren van stationair
tot de ingestelde snelheid.
Advertenties
