SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
2) Multifunctionele hen-
del
Keuze groot/klein licht
1. Multifunctionele hendel
Wanneer de multifunctionele hen-
del in de middenste stand staan, is
het klein licht geselecteerd.
Trek de multifunctionele hendel
naar voren om het groot licht te
selecteren.
Trek de multifunctionele hendel
naar achteren om terug te keren
naar het klein licht.
OPMERKING: De lampen gaan
automatisch aan als de contactscha-
kelaar op AAN (ON) wordt gescha-
keld.
Koplampen knipperen
Om te knipperen met de koplam-
pen terwijl u in de stand klein licht
staan, trekt u aan de multifunctio-
nele hendel.
Claxon activeren
Druk het uiteinde van de multifunc-
tionele hendel richting het stuur-
wiel om de claxon te activeren.
Richtingaanwijzers activeren
Om de richtingaanwijzers naar
LINKS te activeren, duwt u de
multifunctionele hendel naar bene-
den.
70
Om de richtingaanwijzers naar
RECHTS te activeren, duwt u de
multifunctionele hendel naar boven.
Plaats de multifunctionele hendel
terug in de middenstand om de
richtingaanwijzers te stoppen.
3) Knipperlichtschake-
laar
De knipperlichtschakelaar bevindt
zich bovenaan op de console.
1. Knipperlichtschakelaar
Deze schakelaar regelt tegelijkertijd
alle richtingaanwijzers. Deze dient
te worden gebruikt wanneer het
voertuig in vrijloop staat om aan te
duiden dat het voertuig tijdelijk het
verkeer hindert.
Druk op de knipperlichtschakelaar
om deze in te schakelen.
Wanneer een aanhangwagen is
aangesloten en de richtingaanwij-
zers of de noodknipperlichten wer-
ken, knippert het symbool 1 op het
onderste deel van de schakelaar.