LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
De laadbak laden
Plaats de lading zo laag mogelijk. –Een hogere lading kan het zwaartepunt
van het voertuig' omhoog brengen, wat het minder stabiel kan maken.
Plaats de lading vooraan in het midden van de laadbak en verdeel ze zo
gelijkmatig mogelijk.
Maak de lading vast met de bevestigingshaken in de laadbak. Gebruik al-
leen de bevestigingshaken aan de onderkant van de laadbak. Maak de la-
ding niet vast aan de kooi of een ander deel van het voertuig. Als de lading
niet correct is vastgemaakt, kan deze verschuiven of van het voertuig af
vallen en hierbij mogelijk bestuurder, passagier of omstanders raken, of
ze kan verschuiven tijdens het rijden en de besturing van het voertuig
beïnvloeden.
Objecten hoger dan de wanden van het laadbed kunnen de zichtbaarheid
beïnvloeden voor de bestuurder en kunnen projectielen vormen bij een
ongeval. Ladingen die aan de zijkant uit het voertuig steken, kunnen vast
komen te zitten in struiken, takken of andere obstakels. Vermijd dat de
lading de remlichten bedekt en belemmert. Zorg ervoor dat de lading niet
uit de laadbak steekt en dat de lading uw zichtbaarheid of de besturing
van het voertuig niet hindert.
Overbelast de laadbak niet.
LAADBAK
Rijden in geladen toestand
Matig uw snelheid en draai geleidelijk aan wanneer u ladingen vervoert.
Vermijd hellingen en ruig terrein. Voorzie een langere remafstand. Wanneer
dit voertuig een zware last trekt, neemt zijn remafstand toe, vooral op een
helling.
Een lading vervoeren
OPMERKING
gens te trekken, moet op het
voertuig een door BRP goedge-
keurde trekhaak worden gemon-
teerd.
Trek nooit een lading door deze aan
de kooi of een ander onderdeel of
accessoires te bevestigen. Hier-
door kan het voertuig kantelen.
Gebruik enkel de trekhaak of de lier
(indien geïnstalleerd) om lasten te
trekken.
Wanneer u lasten trekt met een
ketting of een kabel, zorg er dan
48
MAXIMUMGEWICHT LADINGEN LAADBAK
91 kg
Om aanhangwa-
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Gelijkmatig verdeeld en veilig vastgemaakt. Zo laag
mogelijk geladen om het zwaartepunt zo laag mogelijk
voor dat deze opgespannen is voor
u start en behoud deze spanning
tijdens het trekken.
Als u lasten trekt met een ketting
of een kabel, zorgt u ervoor dat u
progressief remt. De inertie van de
lading kan een botsing veroorzaken.
Respecteer de maximum trekcapa-
citeit wanneer u een lading trekt.
Zie de SPECIFICATIES .
WAARSCHUWING
Wanneer de kabel of de ketting
niet opgespannen is, kan deze
breken en terugketsen.
te houden.