ONDERHOUDSPROCEDURES
TYPISCH
1. Doe de radiatorslang naar beneden om
te ontkoppelen
5.
Laat het koelsysteem hele-
maal leeglopen.
6.
Plaats opnieuw de aftapplug
van het koelsysteem en draai
aan volgens de specificaties.
AANDRAAIMOMENT
Koelvloeistofaftapplug
7.
Installeer de radiatorslang en
slangklem zoals aangetroffen
vóór verwijdering.
AANDRAAIMOMENT
Klem radiatorslang
8.
Vul het koelsysteem met
koelvloeistof, raadpleeg de
procedure KOELSYSTEEM
ONTLUCHTEN .
Koelsysteem ontluchten
1.
Verwijder de drukdop.
2.
Vul het koelsysteem tot aan
de Max-lijn van de koelvloei-
stoftank.
120
10 Nm ± 1 Nm
3 Nm ± 0,5 Nm
3.
Installeer de drukdop.
4.
Laat de motor stationair
draaien met de drukdop
geplaatst tot de koelventila-
tor voor de tweede keer gaat
draaien.
5.
Stop de motor en laat de mo-
tor afkoelen.
WAARSCHUWING
Verwijder de drukdop niet ter-
wijl de motor warm is, om
brandwonden te voorkomen.
6.
Verwijder de drukdop en voeg
de juiste hoeveelheid koel-
vloeistof toe wanneer de mo-
tor afgekoeld is.
7.
Installeer de drukdop.
8.
Controleer het koelvloeistof-
peil na de volgende rit en vul
bij indien nodig.
Knaldemper en vonkaf-
leider
Reiniging en inspectie
vonkafleider knalpot
LET OP Voer dit werk nooit
uit wanneer de motor net heeft
gedraaid, omdat het uitlaatsys-
teem dan erg heet is.
Maak de borgschroeven en -moe-
ren los van de uitlaatpijp en verwij-
der ze.