Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
ren—Bandenspanning controleren.
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke
bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het
ventiel (Figuur 49). De bandenspanning kan het best bij
koude banden worden gecontroleerd.
Achterbanden: 90 kPa (13 psi)
Voorwielen (zwenkwielen): 241 kPa (35 psi)
Figuur 49
1. Ventiel
Onderhoud hydraulisch
systeem
Type olie: 20W-50 motorolie.
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof
of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen
kunnen schade aan het systeem veroorzaken.
Peil van hydraulische vloeistof
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Controleer de expansietank en vul indien nodig bij met
20W-50 motorolie tot de VOL KOUD streep
3
1. Expansietank
2. VOL KOUD streep
Hydraulische vloeistof
verversen en filter vervangen
Het filter vervangen en de olie verversen moet op
hetzelfde moment gebeuren. De olie niet hergebruiken.
Zodra het nieuwe filter is geplaatst en de olie is
toegevoegd moet het systeem worden ontlucht.
Het ontluchtingsproces moet worden herhaald tot
de olie tot de VOL KOUD-streep in de tank reikt.
Als deze procedure niet goed wordt uitgevoerd,
kan dit leiden tot onherstelbare schade aan het
transaxlesysteem.
40
G010253
Figuur 50
3. Motor
1
2