Figuur 29
1. Schacht van
bedieningsarm
2. Rijhendel
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
Hoek van rijhendels verstellen
De hoek van de rijhendels kan worden versteld volgens
de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de bovenste bout waarmee de rijhendels
is bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm.
2. Draai de onderste bout los totdat u de rijhendels
naar voren of naar achteren kunt bewegen
(Figuur 29). Draai de moeren aan om de rijhendels
vast te zetten in de nieuwe stand.
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
Figuur 30
1
2
3
4
G010229
3. Bovenste opening, met
sleuf
4. Bout
G010337
Machine met de hand duwen
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen kan schade aan de machine
veroorzaken.
De machine duwen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de neutrale
vergrendelstand, schakel de motor uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurdersstoel verlaat. Zorg ervoor dat de
parkeerrem is uitgeschakeld.
3. Ga naar de omloophendels op de achterkant van de
machine, op de linker- en rechterkant van het frame.
4. Beweeg de omloophendels naar achteren en
vervolgens omlaag om ze vast te zetten zoals
getoond in Figuur 31 om de wielmotoren af te
zetten. Herhaal deze procedure aan beide zijden
van de machine.
U kunt de machine nu met de hand duwen.
G010230
1
3
1. Sticker omloophendel
2. Stand van hendel voor
gebruik van machine
24
2
4
G010231
Figuur 31
3. Duwstand van hendel