GEVAAR
Als de grasgeleider, afsluiter van de afvoer
of de grasvanger niet op de juiste plaats zijn
gemonteerd, is er gevaar voor contact met de
messen of uitgeworpen voorwerpen voor uzelf en
anderen. Contact met het draaiende maaimes
en uitgeworpen voorwerpen kan lichamelijk of
dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Een beschadigde grasgeleider
moet direct worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
• Probeer nooit het afvoersysteem of de
maaimessen te reinigen zonder eerst de aftakas
uit te schakelen, het contactsleuteltje naar Uit
te draaien en het sleuteltje te verwijderen.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
Tips voor bediening en
gebruik
Snel-stand gashendel
Voor een optimaal maairesultaat en een maximale
luchtcirculatie moet u de gashendel op SNEL zetten.
Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet
de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor dat
het maaidek niet helemaal door ongemaaid gras is
omgeven. Probeer altijd één zijkant van de machine vrij
van ongemaaid gras te houden, zodat lucht kan worden
aangezogen.
Wanneer u een gazon voor de eerste
keer maait
Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen
dat oneffenheden in de grasmat volledig worden
weggemaaid. In het algemeen kan het best de voorheen
gebruikte maaihoogte worden gekozen. Als u gras
van meer dan 15 cm lang gaat maaien, kunt u het best
in twee keer maaien om een goed maairesultaat te
verkrijgen.
1/3 van de lengte van het gras afmaaien
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van de
lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien wordt
afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late herfst,
wanneer het gras langzamer groeit.
Maairichting
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een
betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering en
bemesting ten goede komt.
Maai met de juiste regelmaat
Normaal gesproken moet u om de vier dagen maaien.
Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar
door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte te
behouden, wat een goede gewoonte is, moet u in het
vroege voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in
de zomer afneemt, maait u minder vaak. Als u langere
tijd niet hebt kunnen maaien, maait u eerst op een
hoge maaistand. Maai twee dagen later op een lagere
maaistand.
Maaisnelheid
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde
omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien.
Gras niet te kort afmaaien
Als de maaibreedte van het maaidek groter is dan die
van het maaidek dat u voorheen gebruikte, zet u de
maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat
oneffenheden te kort worden afgemaaid.
Lang gras
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten
groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet u
de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het gras
op deze hoogte maaien. Daarna het gras op de lagere,
normale hoogte maaien.
Stoppen tijdens het maaien
Als u de machine tijden het maaien moet stoppen, kan
er een kluit maaisel op het gazon achterblijven. Om dit
te voorkomen, moet u de messen inschakelen en de
maaimachine rijden naar een gedeelte van het gazon
dat al is gemaaid.
Onderkant van het maaidek
schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil in
het maaidek verzamelt, leidt dat uiteindelijk tot een
onbevredigend maairesultaat.
27