Figuur 24
Transportstand
Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden afgesteld van 38 tot
114 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1. Druk het voetpedaal in met uw voet en breng
het maaidek omhoog tot de transportstand (de
maaihoogtestand van 114 mm) (Figuur 25).
2. Om de maaihoogte in te stellen, verwijdert u de pen
uit de maaihoogtebeugel (Figuur 25).
3. Kies de opening in het maaihoogtesysteem die
overeenkomt met de gewenste maaihoogtestand, en
steek daarin de pen (Figuur 25).
4. Druk het pedaal in met uw voet en breng de
maaihoogtehendel een klein stukje omhoog om de
transportvergrendeling uit te schakelen. Breng het
maaidek langzaam omlaag tot de pen contact maakt
met de hendel.
G010016
1. Voetpedaal
2. Maaihoogtepen
3. Maaihoogtestanden
De vergrendelstanden gebruiken
G010219
Het maaidek kan worden vergrendeld in de hoogste
maaihoogtestand, de transportstand of in de laagste
maaihoogtestand.
1. Druk het voetpedaal in met uw voet en breng
2. Verwijder de pen uit de maaihoogtebeugel
3. Kies met behulp van de sticker een opening en steek
4. Druk het pedaal in met uw voet en breng de
Antiscalpeerrollen afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling
de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
22
1
4
G010236
Figuur 25
het maaidek omhoog tot de transportstand (de
maaihoogtestand van 114 mm) (Figuur 25).
(Figuur 25).
de pen daarin (Figuur 25).
maaihoogtehendel een klein stukje omhoog om de
transportvergrendeling uit te schakelen. Breng het
maaidek langzaam omlaag tot de pen contact maakt
met de hendel.
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem
in werking.
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
5
3
2
4. Vergrendelstand laagste
maaihoogtestand
(uitsluitend gebruiken
voor verwijderen maaidek)
5. Vergrendelstand
transportstand