QUICKTIME SYSTEEMEISEN
IBM PC / AT Compatible
Pentium processor-based PC
of compatible computer
Windows 98, Me, 2000 of XP.
128MB of meer RAM
BIJLAGE
PROBLEMEN OPLOSSEN
Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Is het probleem hiermee
niet op te lossen, neem dan contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta.
Probleem
Symptoom
Er verschijnt
De camera
niets op de
De batterijen zijn leeg.
werkt niet.
monitor.
De geheugenkaart is vol
Op de monitor
en kan bij de huidige
verschijnt
instellingen voor grootte
"Card full"
en kwaliteit geen nieuwe
Er kan geen
waarschuwing.
beelden meer opnemen.
foto worden
gemaakt.
De melding
Card locked
Wis een aantal beelden
verschijnt op
de lcd-monitor.
De opnamen
Lange sluitertijden geven
Opnamen zijn
zijn bij weinig
'bewogen' opnamen wan-
niet scherp.
licht zonder flits
neer er uit de hand wordt
gemaakt.
gefotografeerd.
104
Data-overspeelstand
Volg voor het installeren van QuickTime de instruc-
ties van het installatieprogramma. QuickTime wordt
niet in alle verkoopregio's met de camera meegele-
verd. Gebruikers kunnen de meest recente versie
van QuickTime gratis downloaden op de Apple
Computer website: http://www.apple.com.
Oorzaak
Oplossing
Herlaad de batterij (blz. 17).
Plaats een nieuwe geheugenkaart
20), wis een aantal beelden (blz.
34, 64), of verander de instellin-
gen voor beeldkwaliteit of beeld-
grootte (blz. 44).
Hef de vergrendeling van de
geheugenkaart op (blz. 108).
Gebruik een statief, verhoog de
cameragevoeligheid (blz. 48) of
schakel de ingebouwde flitser in
(blz. 28).
Probleem
Symptoom
Onderwerp is te dichtbij.
Opnamen zijn
Scherpstel-
Speciale scherpstelsitua-
niet scherp.
signaal is rood.
tie, waarin camera niet
goed kan scherpstellen
(blz. 27).
Bij flitsgebruik
worden de
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik
opnamen te
(blz. 29, 49).
donker.
De melding
Ruisonderdrukking wordt
De opnamefre-
"Processing"
op het beeld toegepast,
quentie is zeer
verschijnt
omdat er een lange sluiter-
laag.
mogelijk.
tijd werd gebruikt.
Soms schakelt
De monitor is
De CCD wordt gekalibreerd. Verwijder de batterij niet tijdens
de camera niet
blanco en het
het kalibreren. Dit is geen defect en de camera wordt automa-
automatisch
signaallampje
tisch uitgeschakeld.
uit.
knippert.
Lijkt de camera niet normaal te werken, zet hem dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug of
verbreek en herstel de lichtnetaansluiting. Zet de camera altijd uit met de hoofdschakelaar, anders
bestaat de kans dat de geheugenkaart beschadigd raakt en/of de camera-instellingen allemaal in de
basisstand worden teruggezet.
Oorzaak
Oplossing
Onderwerp moet binnen scherp-
stelbereik liggen (blz. 26) of ge-
bruik Super Macro stand (blz. 31).
Gebruik scherpstelvergrendeling
om in te stellen op een ander
onderwerp op gelijke afstand
(blz. 26).
Ga dichter bij het onderwerp of
verhoog de cameragevoeligheid
(blz. 48).
Gebruik flitslicht of fotografeer
onder betere lichtomstandighe-
den.
105