SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder-
werp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling
kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstel-
len. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader. Druk de ontspan-
knop half in om de scherpstelling te vergrendelen en houd hem
in deze stand.
Het scherpstelsignaal op de monitor geeft aan dat de scherpstel-
ling werd vergrendeld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal de uiteindelijke
compositie voor de foto. Druk de ontspanknop geheel in om de
foto te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wilt u dichterbij dan de hieronder aangege-
ven afstanden, gebruik dan de Super Macro functie (blz. 31).
Groothoekstand
0,1 m tot oneindig
26
Opname - basishandelingen
Telestand
0,4 m tot oneindig
SCHERPSTELSIGNALEN
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. Het scherpstelsignaal in de
rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan. Er kan altijd een opname
worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de lcd-monitor is
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de de lcd
Scherpstelsignaal
Scherpstelkader
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo'n situatie
kan de scherpstelvergrendeling (blz. 26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onder-
werp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Onderwerp is te donker.
Onderwerp in
scherpstelkader heeft
te laag contrast.
wit. De scherpstelling is vergrendeld.
monitor wordt rood.
Twee onderwerpen op
Onderwerp bevindt
verschillende afstan-
zich bij zeer helder
den overlappen elkaar
object of gebied.
in het scherpstelkader.
27