4. "Vaste waarde" kiezen.
5. Bevestig met
.
De instellingen voor de variabele applicatiesnelheid
worden getoond.
6. Onder "Vaste waarde" de gewenste waarde voor de
afgifte invoeren.
Om de hoeveelheid gebruikte producten te
7.
documenteren:
zie pagina .
8. Bevestig met
.
4
Peer-regeling voor applicatiesnelheid instellen
De afgiften kunnen door een sensor worden gemeten en
berekend, die aanvullend op het voertuig is aangebracht
en geospecifieke afgiftes of andere sectiespecifieke
instellingen aan het werktuig overdraagt.
TIP
De peer-regeling moet bij elke taakwisseling opnieuw
worden ingesteld.
MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019
Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Peer-regeling voor applicatiesnelheid instellen
CMS-T-006703-B.1
195