M | Stuurautomaat gebruiken | Stuurautomaat inregelen
3
Stuurautomaat inregelen
1. In het taakmenu op
2. Met
het menu "Stuurinregeling" oproepen.
BELANGRIJK
Gevaar voor schade aan de machine!
Door hoge instelwaarden reageert de
stuurautomaat agressief. Daardoor kan schade
aan aangekoppelde werktuigen of aan
spuitbomen ontstaan.
Stel in eerste instantie waarden voor een
minder agressief stuurgedrag in.
Controleer het stuurgedrag.
Verhoog de waarde in kleine stappen.
Mogelijke instellingen:
1
Spoornauwkeurigheid: met de
spoornauwkeurigheid wordt ingesteld hoe agressief
de stuurautomaat het leidspoor volgt.
2
Naderingsnauwkeurigheid: met de
naderingsnauwkeurigheid wordt ingesteld hoe
agressief de stuurautomaat het leidspoor instuurt.
3
Maximale stuurhoek: de maximale stuurhoek geeft
aan hoe ver de stuurautomaat de besturing kan
inslaan.
4
Afvlakradius voor curveleidsporen: de afvlakradius
voor curveleidsporen geeft aan, hoe nauwkeurig de
stuurautomaat curveleidsporen volgt. Bij een lagere
waarde wordt het curveleidspoor nauwkeuriger
gevolgd en blijven de bochten scherp. Bij een hoge
waarde wordt het curveleidspoor minder
nauwkeurig gevolgd en bochten worden afgerond.
3. De instellingen bevestigen met
168
tikken.
.
CMS-T-000604-A.1
MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019