6.8 Bedrijf met een frequentie-omvormer
Als de motor via een frequentie-omvormer
functioneert, dienen de explosieveilige
pompen de temperatuurklasse T3 te
hebben.
Alle typen SL1 en SLV pompen zijn ontworpen voor
gebruik met frequentieomvormers om het
energieverbruik tot een minimum te beperken.
Om sedimentatie in de leidingen te voorkomen, moet
de pomp met toerentalregeling worden gebruikt bij
een debiet van meer dan 1 m/s.
In deze productserie treedt lagerstroom slechts in
verwaarloosbare mate op wanneer de frequentie-
omvormer in bedrijf is.
Bij gebruik van frequentieomvormers dient u het
volgende in acht te nemen:
•
Bereken vóórdat je een frequentie-omvormer
installeert de laagste toegestane de laagste
toegestane frequentie in de installatie om te
voorkomen dat er nul debiet optreedt.
•
Verlaag het motortoerental nooit naar minder dan
50% van het nominaal toerental.
•
Houd de doorstroomsnelheid boven de 1 m/s.
•
Laat de pomp ten minste eens per dag op
nominaal toerental draaien om afzetting in het
leidingsysteem te voorkomen.
•
Overschrijd de op het typeplaatje aangegeven
frequentie niet om overbelasting van de motor te
voorkomen.
•
Houd de voedingskabel zo kort mogelijk. De
piekspanning neemt toe naarmate de
voedingskabels langer zijn. Zie het gegevensblad
van de gebruikte frequentie-omvormer.
•
Gebruik ingangs- en uitgangsfilters op de
frequentieomvormer. Zie het gegevensblad van de
gebruikte frequentie-omvormer.
•
Gebruik een afgeschermde voedingskabel als er
een kans is dat elektrische ruis andere elektrische
apparatuur kan verstoren. Zie het gegevensblad
van de gebruikte frequentie-omvormer.
•
De thermische motorbeveiliging moet zijn
aangesloten.
•
De minimale schakelfrequentie is 2,5 kHz.
•
Variabele schakelfrequentie wordt geaccepteerd.
•
Piekspanning en dU/dt moeten overeenkomstig
onderstaande tabel zijn. De vermelde waarden
zijn maximale waarden voor toevoer aan de
motorklemmen. Er is geen rekening gehouden
met de invloed van de kabel. Raadpleeg het
datablad van de frequentieomvormer voor de
daadwerkelijke waarden en de invloed van de
kabel op de piekspanning en dU/dt.
Maximale herhaalde
piekspanning
[V]
850
•
Wanneer de pomp een Ex-goedgekeurde pomp
is, controleer dan of het Ex-certificaat van de
specifieke pomp het gebruik van een
frequentieomvormer toestaat.
•
Stel de frequentieomvormer U/f-ratio in
overeenkomstig de motorgegevens.
•
De lokale voorschriften en normen moeten
worden nageleefd.
Houd rekening met het volgende wanneer u de pomp
bedient met een frequentieomvormer:
•
Stel de frequentie-omvormer in op bedrijf met
constant koppel. Er moet pulsbreedtemodulatie
worden gebruikt.
•
Afhankelijk van het type frequentie-omvormer kan
het koppel met vergrendelde rotor lager zijn. Zie
de installatie- en bedieningsinstructies voor de
geselecteerde frequentieomvormer.
•
Gebruik van een frequentieomvormer kan de
slijtage van de asafdichting en de lagers
vergroten.
•
De geluidsproductie kan toenemen. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies voor de
gebruikte frequentieomvormer.
•
Het functioneren van de lagers en asafdichting
kan worden beïnvloed.
Meer informatie over pompen die
functioneren met een frequentie-omvormer
vind je in het Grundfos Product Center op
https://productselection.grundfos.com.
Meer informatie over het functioneren van de
frequentie-omvormer vind je in het gegevensblad en
de installatie- en bedieningsinstructies van de
betreffende frequentie-omvormer.
Maximum dU/dt
U
400 V
N
[V/μ sec.]
2000
571