5.1.1 Ondergedompelde opstelling op voetbocht
Ondergedompelde opstelling op voetbocht
Pompen voor permanente opstelling kunnen worden
geïnstalleerd op een stationaire voetbocht met
automatische koppeling. Het voetbochtsysteem
vergemakkelijkt onderhoud en service, aangezien de
pomp eenvoudig uit de put kan worden getild.
Voordat u aan de installatieprocedure
begint dient u er zeker van te zijn dat de
atmosfeer in de put niet explosiegevaarlijk
is.
Inspecteer het oliepeil en de oliekwaliteit
elke 3000 bedrijfsuren of ten minste
eenmaal per jaar.
Als de pomp nieuw is of na vervanging van
de asafdichtingen, controleer dan het
oliepeil en het watergehalte na één week
in bedrijf.
Zorg ervoor dat de leidingen worden
geïnstalleerd zonder onnodige druk uit te
oefenen. De belasting van de leidingen
mag niet door de pomp worden gedragen.
Gebruik losse flenzen om het installeren te
vergemakkelijken en om spanning op de
leidingen bij de flenzen en bouten te
vermijden.
Gebruik geen elastische onderdelen of
balgen in de leidingen. Deze elementen
mogen nooit worden gebruikt om de
leidingen uit te lijnen.
Ga als volgt te werk:
1. Boor montagegaten voor de beugel van de
geleidestang aan de binnenzijde van de tank en
maak de beugel van de geleidestang met twee
schroeven vast.
2. Plaats het voetstuk van de voetbocht op de
bodem van de put. Gebruik een schietlood om de
juiste positie te bepalen. Bevestig de voetbocht
met keilbouten. Als de bodem van de put ongelijk
is, dan moet het voetstuk van de voetbocht
worden ondersteund zodat deze recht staat bij het
bevestigen.
3. Monteer de persleiding volgens de algemeen
geaccepteerde procedures, zonder de leiding
bloot te stellen aan vervorming of spanning.
4. Plaats de geleidestangen op het voetstuk van de
automatische koppeling en pas de lengte van de
geleidestangen nauwkeurig aan ten opzichte van
de geleidestangbeugel aan de bovenzijde van de
tank.
5. Draai de provisorisch vastgemaakte
bevestigingsbeugel los. Plaats de bovenste
geleidestangbeugel in de geleidestangen.
Bevestig de geleidestangbeugel aan de
binnenkant van de tank.
De geleidestangen dienen geen axiale
speling te vertonen, aangezien dit
lawaai veroorzaakt tijdens het bedrijf.
6. Verwijder gruis uit de tank voordat je de pomp laat
zakken.
7. Monteer de geleideklauw aan de persopening van
de pomp.
8. Schuif de geleideklauw van de pomp tussen de
geleidestangen en laat de pomp in de tank
zakken met behulp van een aan de hijsbeugel
bevestigde ketting. Wanneer de pomp het
voetstuk met automatische koppeling bereikt,
wordt de pomp automatisch ingeschakeld.
9. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
geschikte haak aan de bovenkant van de tank,
zodanig dat de ketting niet in contact kan komen
met het pomphuis.
10. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat de
kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Maak de trekontlaster vast aan een
geschikte haak boven in de put. Zorg dat de
kabels niet geknikt of afgekneld worden.
561