Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vrijstaande Ondergedompelde Pomp Op Een Standring; Draaimomenten Voor Zuig- En Uitlaatflenzen - Grundfos SL1 Installatie- En Bedieningsinstructies

1.1-11 kw, 50/60 hz din
Inhoudsopgave

Advertenties

11. Sluit de voedingskabel aan.
Het losse einde van de kabel mag niet
ondergedompeld raken, aangezien er
dan water in de kabel kan komen.
5.1.2 Vrijstaande ondergedompelde pomp op een
standring
Vrijstaande ondergedompelde pomp op een
standring
Pompen voor vrijstaande ondergedompelde
opstelling moeten op een standring worden
geïnstalleerd.
De standring is als toebehoren verkrijgbaar.
Indien gebruik wordt gemaakt van een slang moet
worden geborgd dat de slang niet geknikt raakt en dat
de binnendiameter van de slang overeenkomt met de
persopening van de pomp.
Bij gebruik van een starre buis moeten de
onderdelen in de volgende volgorde worden
gemonteerd:
1. verbinding of koppeling
2. terugslagklep
3. afsluitklep.
Als de pomp in de modder of op een ongelijke
ondergrond wordt opgesteld, plaatst u deze op een
solide steun.
Ga als volgt te werk:
1. Bevestig een bocht van 90° aan de persopening
van de pomp en sluit de persleiding of slang aan.
2. Laat de pomp in de vloeistof zakken met een
ketting die aan de hijsbeugel is vastgemaakt.
Plaats de pomp op een vlakke, solide ondergrond.
Zorg dat de pomp aan de ketting hangt en niet
aan de kabel. Zorg ervoor dat de pomp stevig
staat.
562
3. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
geschikte haak aan de bovenkant van de tank
zodat de ketting niet in contact kan komen met het
pomphuis.
4. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat de
kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Maak de trekontlaster vast aan een
geschikte haak boven in de put. Zorg ervoor dat
de kabel niet wordt geknikt of afgekneld.
5. Sluit de voedingskabel aan.
Het losse einde van de kabel mag niet
ondergedompeld raken, aangezien er dan
water in de kabel kan komen.
5.2 Draaimomenten voor zuig- en
uitlaatflenzen
Verzinkte stalen moeren en bouten, kwaliteit 4,6
(5)
DC
DN
Bouten
[mm]
DN 65
145
4 × M16
DN 80
160
8 × M16
DN 100
180
8 × M16
DN 150
240
8 × M20
Stalen moeren en bouten, kwaliteit A2.50 (AISI
304)
DC
DN
Bouten
[mm]
DN 65
145
4 × M16
DN 80
160
8 × M16
DN 100
180
8 × M16
DN 150
240
8 × M20
De afdichting moet een volledig vlakke,
versterkte papieren afdichting zijn, zoals
Klingersil C4300. Als een zachter
afdichtingsmateriaal wordt gebruikt,
moeten de draaimomenten aangepast
worden.
Gespecificeerde
draaimomenten
afgerond op ± 5
[Nm]
Licht
Goed
geolied
gesmeerd
70
60
70
60
70
60
140
120
Gespecificeerde
draaimomenten
afgerond op ± 5
[Nm]
Licht
Goed
geolied
gesmeerd
-
60
-
60
-
60
-
120

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Slv

Inhoudsopgave