VAARREGELS
Als verantwoordelijk bestuurder dient
u zich aan de vaarregels, het zee-
vaartreglement en de toepasselijke
wetgeving te houden. Met een boot
varen is in veel opzichten te vergelijken
met een auto besturen. In beide ge-
vallen dient een verantwoordelijk be-
stuurder zich te houden van een aantal
regels om ongelukken te voorkomen.
Net zoals u aanneemt dat andere au-
tomobilisten weten wat ze doen, gaan
andere bootgebruikers ervan uit dat u
weet wat u doet.
Een boot besturen is vergelijkbaar met
rijden op niet-gemarkeerde wegen.
Om een aanvaring met andere vaartui-
gen te vermijden moet er een aantal
vaarregels worden nageleefd. Dit is
niet alleen gezond verstand... het is de
wet!
Raadpleeg de lokale en nationale vaar-
wetgeving die geldt voor de waterwe-
gen waar u uw boot wilt gebruiken.
Leer het plaatselijke vaarreglement.
Zorg ervoor dat u het toepasselijke
navigatiesysteem (bijv. boeien en sig-
nalen) kent en begrijpt.
Informeer u over de waters waar u uw
boot wilt gebruiken. Stroming, getij-
den, stroomversnellingen, verborgen
obstakels, watersporen en golven enz.
kunnen de veiligheid in het gedrang
brengen. Het gebruik van de boot in
wild of onrustig water is af te raden.
Vaar in het algemeen uiterst rechts en
ontwijk andere watergebruikers door
op een veilige afstand te blijven van
andere vaartuigen, mensen en voor-
werpen.
Kruisen
Geef voorrang aan vaartuigen voor u
en komende van rechts. Kruis nooit
een ander vaartuig voor de boeg.
ROOD licht (verleen het andere vaar-
tuig voorrang).
GROEN licht (u heeft voorrang).
_______
26
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Frontale tegenligger
Houd uiterst rechts.
Inhalen
Geef andere vaartuigen voorrang en
houd een veilige afstand.
Navigatiesysteem
Navigatiehulpmiddelen zoals signalen
en boeien kunnen u helpen om veilig
water op te zoeken. Boeien duiden aan
of u de boei langs rechts (stuurboord)
of links (bakboord) moet passeren of
welk kanaal u kunt volgen. Ze kunnen
ook aanduiden of u zich in een verbo-
den of gecontroleerde zone begeeft,
bijvoorbeeld een vaarvrije zone of snel-
heidszone. Ze kunnen ook op gevaren
wijzen of belangrijke vaarinformatie
verstrekken. Bakens kunnen zich aan
land of op het water bevinden. Ze kun-
nen ook snelheidslimieten aanduiden,
verboden zones voor motorvaartuigen
of boten, ankerplaatsen en andere nut-
tige informatie. (De vorm van elk type
baken geeft hierover duidelijkheid).
Zorg ervoor dat u het toepasselijke na-
vigatiesysteem kent en begrijpt voor
de waterwegen waar u uw boot wilt
gebruiken.
Voorkomen van
aanvaringen
– Neem geen gas terug wanneer u
een voorwerp probeert te ontwij-
ken. U moet gas geven om te kun-
nen sturen.
– Wees altijd alert voor andere water-
recreanten, vaartuigen of voorwer-
pen, vooral wanneer u draait. Wees
bedacht op omstandigheden die de
zichtbaarheid beperken of uw zicht
op anderen belemmeren.
– Respecteer de rechten van ande-
re recreanten en/of omstanders en
houd altijd een veilige afstand van
andere vaartuigen, mensen en voor-
werpen.
_______