BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
Ter herinnering
Benzinedampen kunnen ontploffen
en ernstige of dodelijke verwondin-
gen veroorzaken. Laat de ventilator
altijd minstens 5 minuten draaien,
voordat u de motor start en scha-
kel hem UIT (OFF) boven stationair
toerental. Het gebruik van de ruim-
ventilator maakt het "ruiken" of er
benzinedampen aanwezig zijn niet
overbodig.
Start de motor niet als u ooit een
benzinelek of -geur vaststelt. Laat
uw boot onderhouden door een er-
kend Sea-Doo sportboot-dealer.
Vergeet niet dat u bij de terugkeer
van de gashendel naar de statio-
nair-stand minder goed kunt sturen.
Om de boot te draaien moet u zowel
sturen als gas geven.
Net als elk ander vaartuig heeft de-
ze boot geen remmen. Uw stopaf-
stand is afhankelijk van uw begin-
snelheid, lading, de wind en de
toestand van het water. Oefen het
stoppen en aanmeren in een veilige,
verkeersvrije zone, zodat u een idee
heeft van de afstand die uw boot no-
dig heeft om te stoppen in diverse
omstandigheden. Laat de gashen-
del niet los wanneer u een voorwerp
probeert te ontwijken. U moet gas
geven om te kunnen sturen. Scha-
kel de boot niet in achteruit om te
stoppen.
Start de boot niet en vaar niet uit
wanneer een persoon aan boord
niet correct neerzit op een zitplaats
die dient voor tijdens het varen (niet
het zonnedek of het zwemplatform)
of als er een persoon in het water is
dicht bij uw boot.
De stuwstraal van uw boot kan ver-
wondingen veroorzaken. Accele-
reer altijd traag en decelereer op
een gecontroleerde manier.
Respecteer de instructies op alle
veiligheidslabels. Zij dienen om u
een veilige en aangename uitstap te
garanderen.
________
8
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wanneer u passagiers meeneemt
of andere boten, tubes, een skiër of
wakeboarder voorttrekt, is uw boot
moeilijker bestuurbaar en dient u
over betere stuurvaardigheden te
beschikken.
Sommige boten kunnen worden uit-
gerust met sleepogen, een ski- of
wakeboardpaal, die kunnen worden
gebruikt om een sleepkabel voor
een skiër, tube of wakeboarder aan
te bevestigen. Gebruik deze beves-
tigingspunten of andere delen van
de boot niet om een parasail of an-
der vaartuig voort te trekken. Dit
zou ernstige verwondingen of zwa-
re schade kunnen veroorzaken.
Vaar voorzichtig en zeer traag in on-
diep water. Als de boot vastloopt
of bruusk stopt, kan dit leiden tot
verwondingen van uzelf, uw pas-
sagiers of andere personen. De
jetpomp kan afval meezuigen en
achterwaarts wegslingeren, wat
een risico inhoudt op verwonding
van mensen of beschadiging van de
jetpomp of andere voorwerpen.
Motoruitlaatgassen bevatten kool-
monoxide (CO), dat bij inademing
van grotere hoeveelheden tot ern-
stige letsels of de dood kan leiden.
Laat de boot niet draaien in een ge-
sloten ruimte en voorkom opho-
ping van CO in of rond de boot of
op ingesloten of beschutte plaat-
sen. Bijvoorbeeld wanneer de boot
is aangemeerd of tijdens het raf-
ten. Wees alert voor het risico van
CO-uitstoot door andere boten.
Licht alle opvarenden in over de ge-
varen en symptomen van CO-op-
hoping en CO-vergiftiging, in het
bijzonder door de uitlaatgassen van
de motor en generator. Toon hun
waar de motoruitlaten (en genera-
toruitlaten, indien aanwezig) zich
bevinden. Inspecteer het uitlaat- en
generatorsysteem en de uitlaten re-
gelmatig op defecte onderdelen en
verstopping.
________