INLINEBRANDSTOFFILTER VERWIJDEREN
Deze motor is uitgerust met een inlinebrandstoffilter dat in de brandstoftoevoerslang, aan de binnenkant van
de installatiebuis, is aangebracht. Het filter vangt vuil op dat vanuit het op het vaartuig gemonteerde
brandstoffiltratiesysteem in de brandstofslang terechtkomt. Dit filter moet na tweehonderd bedrijfsuren door
een erkende dealer worden verwijderd en weggegooid.
HET BRANDSTOFSYSTEEM VULLEN
Zet het contactslot ongeveer zes seconden op de stand RUN om de brandstofpomp in te schakelen. Start en
bedien de motor om de resterende lucht uit het brandstofsysteem te laten. De motor kan ongelijkmatig
draaien terwijl de lucht via de brandstofinjectors wordt afgezogen. Het afzuigen van de lucht kan langer duren
als het brandstoffilter in de boot verder van de motor is geïnstalleerd. Het verder opendraaien van het gas
tijdens het bedrijf van de motor, zorgt ervoor dat de lucht sneller uit het brandstofsysteem wordt afgevoerd.
Controleer of de spiegel goed vast zit.
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel van de boot is gemonteerd. Als de buitenboordmotor
of bevestigingen ervan los zitten, haal dan de bevestigingen van de buitenboordmotor aan met het
voorgeschreven aanhaalmoment. Tijdens de controle op loszittend materiaal dient u ook uit te kijken voor
verdwenen materiaal of verf van de spiegelklemmen van de buitenboordmotor, dat te wijten is aan de
onderlinge beweging van de bevestigingen en de spiegelklemmen van de buitenboordmotor. Let verder op
tekenen van beweging tussen de spiegelklemmen van de buitenboordmotor en de bootspiegel (hefplaat/
verspringingsbeugel).
Beschrijving
Borgmoeren en bouten voor montage
buitenboordmotor - standaard bootspiegel
Borgmoeren en bouten voor montage
buitenboordmotor - metalen hefplaten en
verspringingsbeugels
Accu inspecteren
De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten.
BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies.
1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min
op min.
4.
Zorg dat de accu van een niet-geleidende afscherming is voorzien om te voorkomen dat de accupolen
onverwacht worden kortgesloten.
nld
ONDERHOUD
77
Nm
lb-in
122
–
163
–
lb-ft
90
120