BELANGRIJK: Vervang de zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde ampèrage.
d e
5
c
b a
a -
Kapvergrendeling - 15 A
b -
Trimschakelaar motorkap - 2 A
c -
Reserveschakelaar - 2 A
d -
Brandstofpomp - 25 A
e -
Rigging center - 15 A
f -
Reserveschakelaar - 20 A
g -
Reserveschakelaar - 15 A
h -
Reserveschakelaar - 10 A
i -
O2-poort - 10 A
j -
MP-alarm - 2 A
k -
Brandstofinjector - 20 A
l -
Stuurinrichting - 10 A
m -
Aandrijving - 20 A
n -
Stuurboord O2 - 10 A
o -
Spoelen - 20 A
p -
Bruikbare zekering
q -
Gesprongen zekering
ZEKERINGENPANEEL IN HET MIDDEN VAN DE INSTALLATIE
Het zekeringenpaneel in het midden van de installatie is uitgerust met vijf zekeringen. In de volgende
afbeelding is te zien om welke het gaat. Vier reservezekeringen zijn bevestigd aan een draadboom aan de
binnenkant van het rigging center. Er zit ook een reservezekering van 30 A voor de Clean Power-accu.
De elektrische bedradingscircuits op de buitenboordmotor worden door zekeringen tegen overbelasting
beschermd. Probeer als een zekering is gesprongen de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te
verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering nogmaals springen.
1.
Zoek de zekeringhouder op het op de boot gemonteerde rigging center. Neem de kap van de
zekeringhouder.
NB: Op het deksel van de zekeringenhouder zit een sticker met informatie over de zekeringen.
2.
Verwijder de zekering die vermoedelijk is doorgebrand en kijk naar de zilveren strip in de zekering. Als
de strip onderbroken (open) is, vervangt u de zekering.
ONDERHOUD
g
f
o
n
m
l
h
i
j
p
k
98
q
71997
nld