Programmeren
6.2 Active Filter programmeren
De fabrieksinstellingen voor het filterdeel van de Low Harmonic Drive zijn geselecteerd voor een optimale werking met
minimale aanvullende programmering. Alle CT-waarden, maar ook de frequentie, spanningsniveaus en andere waarden die
direct gekoppeld zijn aan de frequentieomvormerconfiguratie, zijn voorgeprogrammeerd.
Wijzig geen enkele andere parameter die de werking van het filter beïnvloedt. U kunt echter wel de gewenste uitlezingen
instellen en bepalen welke informatie in de statusregels op het LCP moet worden weergegeven.
Om het filter te configureren, zijn de volgende 2 stappen noodzakelijk.
1.
Wijzig de nominale spanning in 300-10 Nom. spanning actief filter.
2.
Zorg dat het filter in de automodus staat (druk op [Auto On]).
Overzicht van parametergroepen voor het filterdeel
6
6
Groep
0-**
5-**
8-**
14-**
15-**
16-**
300-**
301-**
Tabel 6.10 Parametergroepen
Een lijst met alle parameters die via het filter-LCP toegankelijk zijn, is te vinden in de sectie Parameteropties – filter. Een
uitgebreidere beschrijving van de parameters voor het actieve filter is te vinden in hoofdstuk 6.4 Parameterlijsten – Active
Filter.
6.2.1 De Low Harmonic Drive gebruiken in NPN-modus
De standaardinstelling voor parameter 5-00 Dig. I/O-modus is de PNP-modus. Als de NPN-modus gewenst is, is het noodza-
kelijk om de bedrading in het filterdeel van de Low Harmonic Drive te wijzigen. Voordat u de instelling in
parameter 5-00 Dig. I/O-modus wijzigt in NPN, moet de kabel die is aangesloten op 24 V (stuurklem 12 of 13), worden
verplaatst naar klem 20 (aarde).
6.3 Parameterlijsten – frequentieomvormer
Wijzigingen tijdens bedrijf
TRUE (WAAR) betekent dat de parameter kan worden gewijzigd terwijl de frequentieomvormer in bedrijf is en FALSE
(ONWAAR) betekent dat deze moet worden stopgezet voordat een wijziging kan worden doorgevoerd.
4-Set-up
'All set-up' (alle setups): de parameters kunnen afzonderlijk worden ingesteld in elk van de 4 setups, d.w.z. dat elke
parameter vier verschillende waarden kan hebben.
'1 set-up': de datawaarde is hetzelfde in alle setups.
78
Titel
Bediening/display
Digitaal In/Uit
Comm. en opties
Speciale functies
Geg. eenheid
Data-uitlezingen
AF-instell.
AF-uitlezing
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
Bedieningshandleiding
Functie
Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van het filter, de functie
van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
Parametergroep voor het configureren van de digitale in- en uitgangen.
Parametergroep voor het configureren van communicatie en opties.
Parametergroep voor het configureren van speciale functies.
Parametergroep met informatie over het filter, zoals bedrijfsgegevens, hardware-
configuratie en softwareversies.
Parametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling,
alarmen, waarschuwingen en statuswoorden.
Parametergroep voor het instellen van het Active Filter. Het wordt afgeraden op
de instellingen in deze parametergroep te wijzigen, met uitzondering van par.
300-10 Nom. spanning actief filter.
Parameters voor uitlezing van het filter.
MG37A210