Installatie
Hoewel uitval als gevolg van lagerstromen niet vaak
voorkomt, kunt u het beste de volgende strategieën
volgen om dit risico te beperken:
•
Gebruik een geïsoleerde lager.
•
Hanteer zeer strikte installatieprocedures.
•
Zorg dat de motor en belastingsmotor zijn
uitgelijnd.
•
Volg de EMC-installatierichtlijnen strikt op.
•
Versterk de PE zodat de hoogfrequentimpedantie
in de PE lager is dan in de ingangvoedingskabels.
•
Zorg voor een goede hoogfrequentaansluiting
tussen de motor en de frequentieomvormer.
•
Zorg ervoor dat de impedantie tussen frequentie-
omvormer en gebouwaarde lager is dan de
aardingsimpedantie van de machine. Leg een
directe aardverbinding aan tussen de motor en
belastingsmotor.
•
Breng een geleidend smeermiddel aan.
•
Probeer ervoor te zorgen dat de lijnspanning
naar aarde is gebalanceerd.
•
Gebruik een geïsoleerd lager zoals aanbevolen
door de motorfabrikant. (Opmerking: motoren
van gerenommeerde fabrikanten zijn gewoonlijk
standaard uitgerust met geïsoleerde lagers in
geval van motoren van dit formaat.)
Indien gewenst en na overleg met Danfoss:
•
Verlaag de IGBT-schakelfrequentie.
•
Pas de golfvorm van de omvormer aan: 60° AVM
vs SFAVM.
•
Installeer een aardingssysteem voor de as of
gebruik een isolatiekoppeling tussen motor en
belasting.
•
Gebruik de minimale toerentalinstelling, indien
mogelijk.
•
Gebruik een dU/dt-filter of sinusfilter.
Het elektronische thermische relais in de frequentieom-
vormer is UL-goedgekeurd voor enkelvoudige
motorbeveiliging wanneer parameter 1-90 Therm. motorbe-
veiliging is ingesteld op ETR-uitsch. en 1-24 Motorstroom is
ingesteld op de nominale motorstroom (zie motortype-
plaatje).
MG37A210
Bedieningshandleiding
Thermische motorbeveiliging kan ook worden gerealiseerd
met behulp van de optionele PTC Thermistor Card MCB
112. Deze kaart is ATEX-gecertificeerd voor het beveiligen
van motoren in explosiegevaarlijke omgevingen, Zone 1/21
en Zone 2/22. Wanneer parameter 1-90 Therm. motorbevei-
liging is ingesteld op [20] ATEX ETR en tevens gebruik
wordt gemaakt van MCB 112, is het mogelijk om een Ex-e-
motor te besturen in explosiegevaarlijke omgevingen.
Raadpleeg de Programmeerhandleiding voor meer
informatie over het instellen van de frequentieomvormer
voor een veilige werking van Ex-e-motoren.
3.4.17 Stuurkabelroute
Bind alle stuurkabels vast aan de speciale stuurkabelroute
zoals aangegeven in Afbeelding 3.19, Afbeelding 3.20 en
Afbeelding 3.21. Vergeet niet om de afscherming op de
juiste wijze aan te sluiten om te zorgen voor optimale
elektrische immuniteit.
Aansluiting veldbus
Er moeten aansluitingen worden gemaakt naar alle
relevante opties op de stuurkaart. Zie de relevante veldbu-
sinstructies voor meer informatie. De kabel moet in het
beschikbare pad in de frequentieomvormer worden
geplaatst en samen met de andere stuurkabels worden
vastgezet (zie Afbeelding 3.19 en Afbeelding 3.20).
Afbeelding 3.19 Kabelroute voor stuurkaart, framegrootte D13
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
3
3
31