Specificaties
4) Het typische vermogensverlies treedt op bij nominale belastingscondities en ligt gewoonlijk binnen ± 15%
(tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). De waarden zijn gebaseerd op een typisch
motorrendement (grenslijn IE2/IE3). Motoren met lager rendement zullen ook bijdragen aan het vermogensverlies
in de frequentieomvormer en omgekeerd. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de
standaardinstelling, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het
typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Extra opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage
van 30 W aan de verliezen leveren. (Typisch geldt echter slechts 4 W extra voor een volledig belaste stuurkaart of
voor elk van de opties voor sleuf A of B.)
Hoewel de metingen zijn uitgevoerd met moderne apparatuur, moet rekening worden gehouden met enige
onnauwkeurigheid in de meting (± 5%).
11.1.2 Reductie wegens temperatuur
Bij bepaalde belastingen of omgevingscondities, zoals hieronder beschreven, verlaagt de frequentieomvormer automatisch
de schakelfrequentie, het schakeltype of de uitgangsstroom. De reductiecurves in Afbeelding 11.1 en Afbeelding 11.2 zijn van
toepassing op zowel de SFAVM- als de 60° AVM-schakelmodus.
110
100
90
80
70
60
0.0
0.5
Afbeelding 11.1 Reductie framegrootte D, E en F 380-500 V (T5) hoge overbelasting 150%
1
11
110
100
90
80
70
60
50
0.0
0.5
Afbeelding 11.2 Reductie framegrootte D, E en F 380-500 V (T5) normale overbelasting 110%
146
Bedieningshandleiding
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
o
45 C
o
50 C
o
55 C
3.5
4.0
o
40 C
o
45 C
o
50 C
o
55 C
3.5
4.0
MG37A210