Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanhaalmoment; Elektrische Installatie; Voedingsaansluitingen - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

3.3.6 Aanhaalmoment

Voor alle elektrische aansluitingen is het juiste aanhaal-
moment essentieel. Een onjuist aanhaalmoment resulteert
in een slechte elektrische aansluiting. Gebruik een
momentsleutel om te zorgen voor het juiste aanhaal-
moment.
Nm/in-lbs
Afbeelding 3.13 Gebruik een momentsleutel om de bouten
vast te draaien.
Framegrootte
Klem
Net
Motor
D
Loadsharing
Rem
Net
Motor
Loadsharing
E
Rem
Net
Motor
Loadsharing
F
Rem
Regen.
Tabel 3.2 Aanhaalmoment voor klemmen
MG37A210
Bedieningshandleiding
Aanhaalmoment
Boutmaat
19-40 Nm
M10
(168-354 in-lb)
8,5-20,5 Nm
M8
(75-181 in-lb)
19-40 Nm
M10
(168-354 in-lb)
8,5-20,5 Nm
M8
(75-181 in-lb)
19-40 Nm
M10
(168-354 in-lb)
19-40 Nm
M10
(168-354 in-lb)
8,5-20,5 Nm
M8
(75-181 in-lb)
8,5-20,5 Nm
M8
(75-181 in-lb)
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.

3.4 Elektrische installatie

3.4.1 Voedingsaansluitingen

LET OP
Kabels – algemene informatie
Alle bekabeling moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften ten aanzien van kabeldoorsneden en
omgevingstemperatuur. Voor UL-toepassingen zijn 75 ° ° C
koperen geleiders vereist. Voor niet-UL-toepassingen
kunnen 75 of 90 °C koperen geleiders worden gebruikt.
De voedingskabels moeten worden aangesloten zoals
aangegeven in Afbeelding 3.14. De dwarsdoorsnede van de
kabels moet zijn afgestemd op de nominale stroom en
lokale voorschriften. Zie hoofdstuk 11.3.1 Kabellengten en
dwarsdoorsneden voor meer informatie.
Om de frequentieomvormer te beschermen, moet u de
aanbevolen zekeringen gebruiken als de eenheid geen
ingebouwde zekeringen heeft. Aanbevelingen voor
zekeringen zijn te vinden in hoofdstuk 11.5 Zekeringen.
Gebruik altijd de juiste zekeringen overeenkomstig de
lokale voorschriften.
De netvoeding is aangesloten op de netschakelaar als deze
aanwezig is.
Afbeelding 3.14 Aansluitingen voedingskabels
LET OP
Gebruik afgeschermde/gewapende kabels om te voldoen
aan de EMC-emissienormen. Zie
hoofdstuk 3.4.11 Bekabeling voor voeding en besturing bij
gebruik van niet-afgeschermde kabels wanneer u een niet-
afgeschermde/niet-gewapende kabel gebruikt.
Zie hoofdstuk 11 Specificaties voor de juiste
dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
3
3
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave