Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Bedieningshandleiding pagina 46

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikersinterface
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a)
Toont de status in de statusmodus of maximaal 2
variabelen in andere modi en bij een alarm/waarschuwing.
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als actieve
setup in 0-10 Actieve setup) wordt weergegeven. Bij het
programmeren van een andere setup dan de actieve setup
wordt aan de rechterkant tussen haakjes het nummer
weergegeven van de setup die wordt geprogrammeerd.
5
5
Middelste gedeelte (b)
Toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid,
ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing
wordt de waarschuwing weergegeven in plaats van de
variabelen.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is
mogelijk door op [Status] te drukken.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een
andere opmaak weergegeven.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen
worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen
kunnen worden gedefinieerd via parameter 0-20, 0-21,
0-22, 0-23 en 0-24.
Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is
geselecteerd in parameter 0-20 tot 0-24, wordt gekenmerkt
door een eigen schaal en een aantal cijfers achter een
eventueel decimaalteken. Bij hogere numerieke waarden
worden minder cijfers weergegeven achter het
decimaalteken.
Voorbeeld: Uitlezing stroom
5,25 A; 15,2 A 105 A.
Statusdisplay I
Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initia-
lisatie.
Druk op [Info] voor informatie over de waarde/meting die
is gekoppeld aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1,
1.2, 1.3, 2 en 3).
Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in
Afbeelding 5.2. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein weergegeven. 2
en 3 zijn groter weergegeven.
44
Bedieningshandleiding
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
Afbeelding 5.2 Statusdisplay I – bedrijfsvariabelen
Statusdisplay II
Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden
weergegeven in Afbeelding 5.3.
In het voorbeeld zijn toerental, motorstroom,
motorvermogen en frequentie als variabelen geselecteerd
in de eerste en tweede regel.
1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot
weergegeven.
Afbeelding 5.3 Statusdisplay II – bedrijfsvariabelen
Statusdisplay III
In deze uitleesstatus worden de gebeurtenis en de actie
van de Smart Logic Control weergegeven.
MG37A210

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave