4.3 Algemene omschrijving
De DDI 222 is een doseerpomp met een EC motor (borstelloze
DC motor) als aandrijving en elektronische vermogensregeling.
De pomp wordt bediend via het diagonale display met een gebrui-
kersvriendelijke menustructuur.
De pomp is voorzien van een overdruk veiligheidsvoorziening.
Wanneer de instelbare uitschakeldruk wordt overschreden, kan
de pomp automatisch worden uitgeschakeld.
De DDI 222 is leverbaar in verschillende uitvoeringen.
Zie ook paragraaf
1. Algemene
Optie:
De pomp kan ook worden uitgerust met het volgende:
•
Membraanlekkagedetectie (MBS)
•
Interface voor PROFIBUS.
De functies zijn beschreven, maar gelden alleen voor de rele-
vante pompversie.
3b
D
2
3a
H
Afb. 2 DDI 222
Pos.
Componenten
3a
Zuigventiel
3b
Persventiel
2
Doseerkop
D
MBS drukschakelaar (optioneel)
H
Afvoeropening
4.3.1 HV-variant voor vloeistoffen die viskeuzer zijn dan
water
Alle HV-variant pompen zijn uitgerust met veerbelaste DN 20 ven-
tielen met een openingsdruk van 0,1 bar (of 0,8 bar voor de druk-
zijde) en aansluiting voor PVC-buis 19 x 27. De DDI 60-10 is
voorzien van een speciale doseerkop.
Merk op dat de HV-variant pomp andere afmetingen
heeft dan de standaard pomp en dat andere aansluit-
N.B.
leidingdimensies nodig kunnen zijn!
informatie.
4.4 Veiligheidsfuncties
4.4.1 Membraanlekkagedetectie (optioneel)
Pompen met membraanlekkagesignaal zijn voorzien van een
speciale doseerkop met een membraanset en drukschakelaar.
De drukschakelaar (aansluiting 1) is bij levering gemonteerd en
aangesloten op de pomp.
D
2
L
Afb. 3 Doseerkop met membraanset en drukschakelaar voor
membraanlekkagedetectie
Pos.
Componenten
2
Doseerkop
D
Drukschakelaar
L
Doseermedium
Q1
Werkmembraan
Q2
Signaleringsmembraan (tussenlaag vervaardig van stof)
Q3
Beveiligingsmembraan
In geval van een lekkage in het membraan:
•
Doseermedium dringt door tussen het werkmembraan en het
beschermende membraan en wordt overgedragen op de druk-
schakelaar via het signaalmembraan.
•
Bij de volgende drukslag, wordt druk uitgeoefend op de druk-
schakelaar, die wordt geactiveerd. De pomp geeft een fout
aan, maar blijft draaien.
•
De elektronica bestuurt twee contacten, die bijv. gebruikt
kunnen worden om een alarm te activeren of de pomp uit te
schakelen.
•
In de nood-modus kan de pomp nog een korte tijd blijven wer-
ken.
Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het pomphuis is
binnengedrongen!
Als het membraan mogelijk beschadigd is, mag de
pomp niet met de voeding worden verbonden! Ga te
werk zoals beschreven in paragraaf
10.5
Membraanbreuk!
Na een membraanlekkagedetectie, moet de druk-
schakelaar worden gecontroleerd. In het geval het
Voorzichtig
membraan van de drukschakelaar defect is of is aan-
getast door de doseervloeistof, moet de drukschake-
laar worden vervangen.
4.4.2 Drukregeling
De DDI 222 pomp is voorzien van een drukregelfunctie. De druk
wordt berekend op basis van het door de motor opgenomen
vermogen, of direct in de doseerkop wanneer er een druksensor
aanwezig is (Flow Monitor pompoptie). Bij een door de gebruiker
gedefinieerde druk wordt de pomp automatisch uitgeschakeld.
Installeer om de doseerpomp te beschermen tegen
Voorzichtig
een overmatige drukopbouw een overstroomventiel
in de persleiding.
Deze functie beschermt de pomp, maar niet het systeem.
Het wordt aangeraden het systeem te beveiligen met een over-
stroomventiel.
Deze functie kan worden geactiveerd en gedeactiveerd in het
tweede functieniveau van de elektronica.
L
Q1
Q2
Q3
9