Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resetten Van Het Membraan - Grundfos DDI 222 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

10.4 Resetten van het membraan

Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het pomphuis is
binnengedrongen!
Als het membraan mogelijk beschadigd is, mag de
pomp niet met de voeding worden verbonden!
Als er geen aanwijzingen zijn dat doseervloeistof in het pomphuis
is binnengedrongen moet het membraan worden gereset op het
achterste dode punt (einde van de zuigslag). Omdat de slag
meestal eindigt op het voorste dode punt moet het membraan als
volgt worden gereset:
Stop de pomp (LED brandt rood).
Druk tegelijkertijd op de knoppen "Omhoog" en "Omlaag".
– Het membraan is nu gereset.
10.5 Membraanbreuk
Als het membraan lekt of gescheurd is, ontsnapt doseervloeistof
uit de afvoeropening (afb. 56, 57, pos. H) bij de flens van de
doseerkop.
In het geval van membraanbreuk, beschermen het beveiligings-
membraan (pos. S) en de O-ringen (pos. Y) het pomphuis tegen
het binnendringen van doseervloeistof.
Bij het doseren van vloeistoffen waarbij kristallisatie optreedt kan
de afvoeropening worden geblokkeerd door kristallisatie. Als de
pomp niet onmiddellijk uit bedrijf wordt genomen, kan druk wor-
den opgebouwd tussen het membraan (pos. Q) en het beveili-
gingsmembraan in de flens (pos. S). Deze druk kan doseervloei-
stof door het veiligheidsmembraan of de schroefgaten in het
pomphuis persen.
De meeste doseervloeistoffen leveren geen gevaar op als zij het
pomphuis binnendringen. Er zijn echter enkele vloeistoffen die
een chemische reactie met het inwendige van de pomp kunnen
veroorzaken. In het ergste geval kunnen bij deze reactie explo-
sieve gassen in het pomphuis ontstaan.
Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het pomphuis is
binnengedrongen!
Als de pomp wordt bediend met een beschadigd
membraan, kan doseervloeistof in het pomphuis bin-
nendringen.
In het geval van membraanbreuk koppelt u de pomp
onmiddellijk los van de voeding!
Zorg ervoor dat de pomp niet per ongeluk opnieuw in
werking kan worden gesteld!
Demonteer de doseerkop zonder de pomp aan te
sluiten op de voeding. Controleer of geen doseer-
vloeistof het pomphuis is binnengedrongen. Ga te
werk zoals beschreven in paragraaf
van het membraan
Voorkom dat er gevaren ontstaan door membraanbreuk door het
volgende te doen:
Voer regelmatig onderhoud uit.
Zie paragraaf
10.2 Onderhoudsintervallen
Bedien de pomp nooit met geblokkeerde of vervuilde afvoer-
opening.
– Als de afvoeropening geblokkeerd of vervuild is, gaat u te
werk zoals beschreven in paragraaf
.
membraan
Sluit nooit een slang aan op de afvoeropening. Als een slang
is aangesloten op de afvoeropening, is het onmogelijk om ont-
snappende doseervloeistof te herkennen.
Neem geschikte voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van
gezondheidsproblemen en materiële schade door ontsnap-
pende doseervloeistof.
Bedien de pomp nooit terwijl de bouten van de doseerkop
beschadigd zijn of loszitten.
10.6 Vervangen
.
.
10.6 Vervangen van het
10.6 Vervangen van het membraan
Waarschuwing
Risico op verbranding door chemicaliën!
Draag beschermende kleding (handschoenen en bril)
bij werkzaamheden aan de doseerkop, aansluitingen
of leidingen!
Laat geen chemicaliën uit de pomp lekken. Zorg dat
alle chemicaliën op de juiste wijze worden verzameld
en afgevoerd!
Reinig indien mogelijk de doseerkop, bijvoorbeeld
N.B.
door deze af te spoelen met water.
10.6.1 Resetten van het membraan
Als er niets op duidt dat er doseervloeistof in het pomphuis is bin-
nengedrongen bij het vervangen van het membraan, reset u het
membraan zoals beschreven in paragraaf
.
membraan
10.6.2 Uitschakelen van de pomp
1. Schakel de pomp uit en koppel deze los van de voeding.
2. Maak het systeem drukloos.
3. Neem afdoende maatregelen om er voor te zorgen dat de
terugvloeiende doseervloeistof veilig wordt opgevangen.
10.6.3 Vervangen van het membraan
De O-ringen moeten juist zijn geplaatst in de gespe-
Voorzichtig
cificeerde groef.
Zie afb.
56
of 57.
1. Draai de schroeven (1q) op de doseerkop (2) los.
2. Verwijder de doseerkop (2) met doseerkopschrijf (2q).
3. Schroef het membraan (Q) linksom los.
4. Controleer of de afvoeropening (H) niet geblokkeerd of ver-
vuild is. Maak deze zo nodig schoon.
5. Alleen voor DDI 150-4: draai de schroeven (X) op de tussen-
flens (5q) los en verwijder de tussenflens.
6. Controleer het veiligheidsmembraan (S) op slijtage en
schade. Voer een aanvullende controle van de schroeven (X)
en O-ringen (Y) uit op tekenen van vloeistofcontact.
– Als mogelijk doseervloeistof in het pomphuis is binnenge-
drongen, gaat u te werk zoals beschreven in paragraaf
10.6.4 Doseervloeistof in het pomphuis
– Als er niets op duidt dat er doseervloeistof in het pomphuis
is binnengedrongen, gaat u door met de volgende stap.
7. Vervang de O-ringen (Y) door nieuwe exemplaren.
8. Alleen voor DDI 150-4: vervang de tussenflens (5q) en draai
de schroeven (X) kruisling vast.
Aanhaalmoment: 7 Nm (+ 1 Nm).
9. Schroef het nieuwe membraan (Q) in.
– Voor pompen met membraanlekkagedetectie: schroef het
complete membraanpakket er in.
10. Vervang de doseerkop (2) met de doseerkopschijf (2q) en
draai de schroeven (1q) kruislings aan.
Aanhaalmoment: 7 Nm (+ 1 Nm).
11. Start de doseerpomp opnieuw.
Draai na de eerste keer opstarten en na elke keer dat
het membraan is vervangen de doseerkopschroeven
aan.
Voorzichtig
Na ca. 6-10 bedrijfsuren of twee dagen de schroeven
van de doseerkop aanhalen met een momentsleutel.
Aanhaalkoppel: 7 Nm (+ 1 Nm).
10.4 Resetten van het
.
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ddi 60-10Ddi 150-4

Inhoudsopgave