9.6.7 PROFIBUS menu
Het "PROFIBUS" menu-item wordt uitsluitend weergegeven bij
pompen met PROFIBUS interface. De PROFIBUS interface wordt
geactiveerd/gedeactiveerd in dit menu en het busadres wordt
opgegeven.
9.6.8 Langzame modus
De langzame modus reduceert de maximale dosering van de
pomp in twee stappen tot 66 % (langzame modus 1) of 41 %
(langzame modus 2). Door de minimale aanzuigtijd te verhogen,
wordt cavitatie bijvoorbeeld met visceuze media gereduceerd.
De langzame modus kan worden geactiveerd in elke bedrijfs-
modus. In het langzame modus menu, wordt de langzame modus
functie ingesteld en de langzame modus factor geselecteerd.
Instellen van de langzame modus
In het tweede functieniveau, verschijnt "SL:OF" in het display.
•
Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen normaal bedrijf (SL:OF), langzame modus 1 (SL:01) en
langzame modus 2 (SL:02).
– De actuele langzame modus factor verschijnt in het display.
•
Druk op de "Menu/Info" knop (bevestig de instelling en ga naar
het volgende menu-item), of
•
druk op de "Start/Stop" knop (bevestig de instelling en sluit het
tweede functieniveau).
De maximale doorstroming van de pomp neemt af.
De maximale slagfrequentie is 120 1/min. in lang-
N.B.
zame modus 1 en 74 1/min. in langzame modus 2.
De minimaal instelbare doorstroming wordt gehand-
haafd.
9.6.9 Display/resetten van de totale doseercapaciteit
De totale capaciteit die is gedoseerd sinds de waarde voor het
laatst is gereset wordt weergegeven.
De maximale waarde die kan worden weergegeven
N.B.
is 9999 l. Wanneer deze waarde wordt overschreden,
dan begint het tellen weer bij nul.
Om de waarde te resetten,
1. druk op de "Omhoog" knop.
– "DEL" verschijnt in het display.
2. Druk op de "Start/Stop" knop.
– De totale doseercapaciteit wordt verwijderd.
•
Druk op de "Menu/Info" knop (bevestig de instelling en ga naar
het volgende menu-item), of
•
druk op de "Start/Stop" knop (bevestig de instelling en sluit het
tweede functieniveau).
Weergave van de waarde tijdens pompbedrijf
(in "Run" modus)
•
Druk op de "Menu/Info" knop.
– De totale capaciteit die is gedoseerd sinds de waarde voor
het laatst is gereset wordt weergegeven.
9.6.10 Weergave van het totale aantal bedrijfsuren
De bedrijfsurenteller geeft het totale aantal bedrijfsuren van de
aandrijving aan, bijv. om de onderhoudsintervallen te controleren.
Het maximale aantal bedrijfsuren dan kan worden weergegeven
is 99.990 uur (display = 9999).
De bedrijfsurenteller kan niet worden gereset.
Vermenigvuldig het weergegeven getal met 10 om
N.B.
het totale aantal bedrijfsuren te bepalen.
9.7 Serviceniveau
Open het serviceniveau
•
voor het wijzigen van de schakelaartoekenningen van de elek-
tronica,
•
voor het instellen van het pomptype, of
•
voor het selecteren van de meeteenheid voor de doseerdoor-
stroming (l/h of gal/h) die wordt weergegeven.
9.7.1 Wijzigen van de schakelaartoekenning
U wijzigt de standaardinstellingen van uw besturings-
N.B.
eenheid. Deze zullen daarom verschillen van de
technische gegevens.
Het serviceniveau is alleen toegankelijk wanneer de voeding is
ingeschakeld.
1. Druk tegelijkertijd op "Menu/Info" en "Omlaag" knoppen en
houd deze ingedrukt.
2. Schakel de voedingsspanning in.
– De LED knippert afwisselend rood en groen.
3. Laat de "Menu/Info" en "Omlaag" knoppen los.
4. Druk op de "Start/Stop" knop.
5. Druk op de "Omhoog" knop.
– De LED gaat geel branden.
– Er verschijnt "Func" op het display.
6. Druk op de "Menu/Info" knop.
– Het serviceniveau is geopend.
29