Gebruiksaanwijzing
Temperatuurmonitoring
1. Breng de temperatuurprobe aan bij de patiënt.
2. Sluit de kabel van de probe aan op een van de temperatuurconnectoren op het
zijpaneel van de monitor. Binnen enkele seconden wordt de temperatuur boven in het
venster weergegeven:
18:45:28
III
Als u een tweede temperatuurprobe aansluit, geeft de monitor afwisselend te
temperatuur voor T1, T2 en T weer.
3. Ga als volgt te werk om alarmgrenzen in te stellen: kies HOOFDMENU, INSTELL.
ALARM, GRENZEN om in het venster Alarmgrenzen te komen. Kies VLG PAG. tot u
in het alarmgrenzenmenu bent. Gebruik VOLGENDE, OMHOOG, OMLAAG en AAN/
UIT om de alarmgrenzen in te stellen volgens de normen van uw instelling.
4. Ga als volgt te werk om de temperatuureenheden te wijzigen (°C of °F): kies
HOOFDMENU, INSTELL., MEER, MEER, SERVICE, JA (om in het servicemenu te
komen), MEER, MEER, INSTELL. Kies VOLGENDE en WIJZIGEN om de
temperatuureenheden te wijzigen.
Bij het wijzigen van eenheden worden de temperatuurtrends niet gewist.
WAARSCHUWING Het aanbrengen en gebruiken van temperatuurprobes met
metalen mantels die tijdens galvanocaustiek in contact komen met geleidende
voorwerpen of klinisch personeel kan leiden tot verbrandingen op de probe/
elektrode-contactpunten bij de patiënt.
WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend accessoires die door Welch Allyn zijn
goedgekeurd. Zie www.welchallyn.com. Het gebruik van andere accessoires kan
resulteren in onnauwkeurige patiëntgegevens, schade aan de apparatuur en het
vervallen van de productgarantie.
S
NIBP
135
mV
C
T
1
39,1
HF
60
Monitoring
35
,