Gebruiksaanwijzing
Alarmen en alarmgrenzen instellen voor een patiënt
1. Kies in het hoofdmenu INSTELL., ALARM om in het alarmstatusmenu te komen:
ALARMSTATUS
APNOE :
HF/PF :
ART
PA
CO
STAT INST
2. Druk op GRENZEN om het eerste alarmgrenzenmenu weer te geven:
ALARMGRENZEN
HF/PF
1/min
VOLGENDE
3. Kies VOLGENDE en OMHOOG
4. Kies VLG PAG. om naar het volgende alarmgrenzenmenu te gaan.
Alarmgrenzenmenu's worden alleen weergegeven voor vitale functies die op dat
moment worden gemonitord.
Het apnoealarm kan niet worden uitgeschakeld.
5. Nadat u de gewenste grenzen hebt ingesteld, kiest u HOOFDMENU om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Aangepaste modi of patiëntmodi voor opstarten opslaan
De Encore bevat twee sets met instellingen voor de patiëntmodi Volwassen, Pediatrisch
en Neonataal:
•
•
Opmerking Als u een patiëntmodus wijzigt, wijzigt u ook de alarmgrenzen die bij de
RF/AF :
S p O2 :
:
NIBP :
:
TEMP :
2
:
4
ONDERDR.
Alle alarmgrenzen zijn ingeschakeld.
(Geen klok) Alle alarmgrenzen zijn uitgeschakeld of de
vitale functie wordt niet gemonitord.
Ten minste één alarmgrens is uitgeschakeld.
BOVEN ONDER
120
OMHOOG
OMLAAG
Een sterretje geeft aan dat deze alarmgrens tijdens de monitoring is overschreden.
Het sterretje wordt verwijderd wanneer u dit menu verlaat.
Het sterretje verschijnt opnieuw als de alarmgrens weer wordt overschreden.
FABRIEKSINSTELLINGEN VOOR PATIËNTMODI Dit zijn vooraf ingestelde, niet-
wijzigbare opstartinstellingen en alarmgrenzen voor elke patiëntmodus. Deze
worden weergegeven op
AANGEPASTE PATIËNTMODI Dit zijn programmeerbare opstartinstellingen en
alarmgrenzen die u voor elke patiëntmodus kunt aanpassen.
nieuwe patiëntmodus horen.
( 85)
PA
35/ 18
MCO
2
AF
35 12
mmH g
S p O
2
92
GRENZEN
VRG MENU
( 85)
PA
35/ 18
MCO
AF
2
*
50
35 12
mmH g
S p O
2
92
AAN/UIT
VLG PAG.
,
OMLAAG of AAN/UIT om de grenzen te wijzigen.
"Standaard-fabrieksinstellingen"
Instellingen
Klokken worden ook in numerieke
vensters weergegeven.
op pagina 83.
15