Advertenties
9) Contactschakelaar
Sleutelschakelaar met 3 standen.
vmo2006-016-002_a
STANDEN CONTACTSCHAKELAAR
1. UIT
2. AAN "met licht"
3. AAN "zonder licht"
Steek de sleutel in het slot en draai
hem in de gewenste stand. Om de
sleutel te verwijderen, draait u hem op
UIT en trekt hem eruit.
OPMERKING: Wanneer de contact-
schakelaar op UIT wordt gedraaid en
de sleutel verwijderd, duurt het enkele
seconden tot het elektrisch systeem
wordt uitgeschakeld.
In de stand AAN met lichten gaan alle
lichten branden, ook als de motor niet
draait. Vergeet niet dat de accu ont-
laadt wanneer de lichten branden zon-
der dat de motor draait. Draai de con-
tactschakelaar altijd op UIT wanneer
de motor is gestopt.
OPMERKING: Hoewel de motor kan
worden gestopt door de contactsleu-
tel op UIT te draaien, raden we aan de
motor met de motorstopschakelaar uit
te zetten.
Digitally Encoded Security
System (DESS™)
De contactsleutel is voorzien van een
elektronisch circuit dat een uniek elek-
tronisch serienummer bevat.
______________________
76
Deze contactsleutel kan niet worden
gebruikt op een ander voertuig en om-
gekeerd kan de sleutel van een ander
voertuig ook niet op uw voertuig wor-
den gebruikt, behalve wanneer dit zo
werd geprogrammeerd.
DESS is echter uiterst flexibel. U kunt
een extra contactsleutel kopen en la-
ten programmeren voor uw voertuig.
U kunt een extra contactsleutel bestel-
len bij een erkend Can-Am dealer.
10) Dop brandstoftank
LET OP: Plaats nooit iets op de
dop van de brandstoftank. Als de
ventilatieopening in de dop van
de brandstoftank wordt afgesloten,
kan de motor weigeren.
Draai de dop in tegenwijzerzin los om
te tanken en draai hem daarna terug
dicht in wijzerzin.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
Draai de dop langzaam open. Als
u een drukverschil vaststelt (flui-
tend geluid terwijl u de dop los-
draait), laat uw voertuig dan na-
kijken en/of repararen voordat u
er opnieuw mee rijdt. Brandstof
is ontvlambaar en explosief in
bepaalde omstandigheden. Con-
troleer het brandstofpeil nooit met
behulp van een open vlam. Rook
niet en vermijd vuur en vonken in
de buurt van de brandstof. Werk
altijd in een goed verluchte ruim-
te. Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst.
mate de temperatuur stijgt, zet
de brandstof uit en kan uw tank
overlopen. Wis op het voertuig
gemorste brandstof onmiddellijk
weg.
Naar-
Advertenties
