Verwijder de bevestigingsband en trek
de accu uit de houder.
vmo2006-007-025_a
1. Accu
2. Bevestigingsband
Reiniging
Reinig de accu, de behuizing en polen
met een oplossing van natriumcarbo-
naat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde stalen
borstel. De accubehuizing moet wor-
den schoongemaakt met een zachte
borstel en een natriumcarbonaat-op-
lossing.
Installatie
Installeer de accu terug in het voertuig.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de RODE (+) kabel aan
en dan de ZWARTE (-). Sluit de
RODE (+) kabel altijd eerst aan.
Zekeringen
WAARSCHUWING
Schakel de contactschakelaar altijd
UIT voordat u een defecte zekering
vervangt.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde capa-
citeit.
LET OP: Gebruik geen zekering met
een hogere capaciteit, om ernstige
schade te vermijden.
De zekeringen zitten in het service-
compartiment vooraan en achteraan
naast de accu.
vmo2006-007-012_a
VOORAAN — PLAATS ZEKERINGEN
1. (F1) Ontstekingsspoelen (5 A)
2. (F2) Ventilator (20 A)
3. (F3) Brandstofinjectoren (5 A)
4. (F4) Snelheidsmeter/snelheidssensor/
achterlicht (7,5 A)
5. (F5) Brandstofpomp (7,5 A)
6. (F6) Motorbeheermodule (ECM) (5 A)
7. (F7) Accessoires (20 A)
vmo2006-007-031_a
ACHTERAAN — PLAATS ZEKERINGEN
1. (F8) Hoofdzekering (30 A)
(F9) Hoofdzekering accessoires (30 A)
Om de zekering uit de houder te ver-
wijderen, haalt u het deksel van de ze-
keringhouder en trekt de zekering er-
uit. Controleer of de draad is gesmol-
ten.
_____________________
121