BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET
VAARSEIZOEN
Bergruimte
WAARSCHUWING
Omdat brandstof en olie ontvlam-
baar zijn moet u een erkende
Sea-Doo dealer laten nakijken of
het brandstofsysteem intact is,
volgens de aanwijzingen in het in-
spectieschema.
Het is aan te raden de waterscooter
voor de berging een servicebeurt te la-
ten geven door een erkende Sea-Doo
dealer. De volgende handelingen kunt
u echter zelf uitvoeren met een mini-
mum aan gereedschap.
OPMERKING: Voer de volgende taken
uit in dezelfde volgorde als beschreven
in dit hoofdstuk.
Laat
MERK OP
draaien tijdens de berging.
Aandrijfsysteem
Reiniging jetpomp
Reinig de jetpomp door water in de
inlaat en uitlaat te spuiten en breng
daarna een laagje XPS LUBE (STUK-
NR. 293 600 016) of een gelijkwaardig
middel aan.
WAARSCHUWING
Neem het bindsnoer altijd uit de
motoruitschakelaar,
wacht starten van de motor te voor-
komen, voordat u de onderdelen
van het aandrijfsysteem reinigt.
De motor mag niet draaien tijdens
deze bewerking.
Jetpomp inspecteren
Verwijder de impellerkap en controleer
of de jetpomp door water is vervuild;
raadpleeg als dat het geval is uw erken-
de Sea-Doo dealer.
de
motor
niet
om onver-
______________
Brandstofsysteem
Bescherming van het
brandstofsysteem
XPS
BRANDSTOFSTABILISATOR
(STUKNR. 413 408 601) (of een ge-
lijkwaardig middel) dient aan de brand-
stoftank te worden toegevoegd om
kwaliteitsverlies van de brandstof en
gomvorming in het brandstofsysteem
te voorkomen. Volg de gebruiksin-
structies van de fabrikant van de stabi-
lisator.
Toevoeging
MERK OP
brandstofstabilisator is bij opslag
stellig aangeraden om het brand-
stofsysteem in goede staat te hou-
den.
Brandstofstabilisator
worden toegevoegd voordat de mo-
tor wordt gesmeerd en brandstof
wordt bijgetankt, om een goede be-
scherming van de onderdelen van
het brandstofsysteem tegen aan-
slag te garanderen.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
Brandstof is ontvlambaar en ex-
plosief in bepaalde omstandighe-
den. Werk altijd in een goed ver-
luchte ruimte. Rook niet en blijf
uit de buurt van open vuur of von-
ken. De brandstoftank kan onder
druk staan; draai de dop langzaam
open. De waterscooter moet ho-
rizontaal staan tijdens het tanken.
Vul de brandstoftank niet te veel
bij wanneer de waterscooter in de
zon ligt. Naarmate de tempera-
tuur stijgt, zet de brandstof uit en
kan uw tank overlopen. Wis op de
waterscooter gemorste brandstof
onmiddellijk weg. Inspecteer het
brandstofsysteem regelmatig.
van
een
moet
129