CRUISEMODUSINDICATOR
Ingestelde kruissnelheid
veranderen
De ingestelde kruissnelheid te verho-
gen of verlagen:
1. Houd de gashendel helemaal inge-
drukt tot op het stuur.
2. Druk op de knop OMHOOG/OM-
LAAG rechts op het stuur.
sdd2009-001-024_h
INGESTELDE KRUISSNELHEID
VERANDEREN
1. Gashendel
2. Knop OMHOOG
3. Knop OMLAAG
Terwijl de knop OMHOOG/OMLAAG is
ingedrukt om de snelheidsinstelling te
wijzigen, verschijnt op de multifunctio-
nele meter het volgende.
GESELECTEERDE FUNCTIE -
CRUISEMODUS
1. CRUISEMODUS _ SNELHEID WORDT
AANGEPAST
2. Aanduiding instelpunt kruissnelheid
OPMERKING: Door herhaaldelijk de
knop OMHOOG/OMLAAG in te druk-
ken verandert de ingestelde kruissnel-
heid stap voor stap. Door de knop in-
gedrukt te houden verlaagt of verhoogt
de snelheid totdat de knop wordt los-
gelaten.
Cruisemodus deactiveren
De cruisemodus deactiveren:
1. Laat de gashendel los.
2. Druk de cruiseknop in.
Dat de cruisemodus is gedeactiveerd
wordt aangegeven door:
– Het CRUISE-indicatorlichtje gaat uit.
– Er klinkt een PIEPTOON.
OPMERKING: Als de gashendel niet
helemaal wordt losgelaten wanneer
de cruiseknop wordt ingedrukt om de
cruisemodus te deactiveren, weer-
klinkt geen PIEPTOON en blijft het
cruise-indicatorlichtje
snelheidsbeperkende functie van de
cruisemodus blijft dan actief totdat de
gashendel volledig wordt losgelaten,
waarna een PIEPTOON weerklinkt en
het cruise-indicatorlichtje uitgaat.
Trage-snelheidsmodus
De iTC (intelligent Throttle Control)
maakt ook een trage-snelheidsmodus
mogelijk waarmee de bestuurder de
stationaire snelheid kan aanpassen
en instellen. Dat is nuttig bij varen in
______________
VAARMODI
branden.
De
101