CombiPrime V
3.4.3
3.4.4
CV/NL (1611) 5.5
Uitlijnen van de koppeling
1 Positioneer de elektromotor door middel van de bouten (0890), zodanig dat de
koppelingshelften in elkaars verlengde liggen.
2 Plaats een liniaal tegen de koppeling. De liniaal moet beide koppelinghelften over de
hele breedte raken, zie figuur 2A.
3 Voer deze controle een aantal malen uit rondom de hele koppeling.
A
Figuur 2:
Uitlijnen van de koppeling.
Uitlijntoleranties
De maximaal toelaatbare toleranties bij het afstellen van de koppelinghelften staan
aangegeven in Tabel 2. Zie ook figuur 2B.
Tabel 2: Uitlijntoleranties.
Buitendiameter
koppeling [mm]
81-95
96-110
111-130
131-140
141-160
161-180
181-200
201-225
225-250
251-280
Vr
Va
min [mm]
max [mm]
5
5
5
5
6
6
6
6
7
7
Installatie
B
Vrmax [mm]
6
0,15
6
0,18
6
0,21
6
0,24
7
0,27
7
0,30
7
0,34
7
0,38
9
0,42
9
0,47
19