SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2
AM 01.1
Draaimomentafhankelijk
afschakelen
10.3.
Pulssturing of overneemfunctie instellen
Pulssturing
Overneemfunctie
Het draaimomentmechanisme wordt op het gewenste afschakelmoment ingesteld.
Na het bereiken van het afschakelmoment wordt de aandrijving uitgeschakeld.
Het wegschakelmechanisme dient voor de signalering en dient zodanig te zijn
ingesteld, dat zij kort voor het bereiken van het ingestelde afschakelmoment wordt
geactiveerd. Indien dit niet het geval is, dan verschijnt er een foutmelding via de
signaallamp op de lokale bediening resp. via het storingsrelais K9 (verzamelstoring).
Wijze van afschakelen met behulp van de DIP-switches [S1] en [S3] instellen.
Afbeelding 32: DIP-switches op de logica-printplaat
[S1]
DIP-switch voor de eindstand DICHT
[S3]
DIP-switch voor de eindstand OPEN
[1]
Stand [1] = wegafhankelijk afschakelen
[2]
Stand [2] = draaimomentafhankelijk afschakelen
Het instellen van de pulssturing of overneemfunctie vindt plaats via een DIP-switch
op de logica-printplaat.
De aandrijving beweegt slechts zolang in de richting OPEN of DICHT de
instelopdracht is geactiveerd. Zodra de instelopdracht wordt gedeactiveerd staat de
aandrijving stil.
Na een instelopdracht beweegt de aandrijving in de richting OPEN of DICHT, ook
als de instelopdracht wordt gedeactiveerd (overneemfunctie). De aandrijving wordt
ofwel door het stuursignaal STOP gestopt ofwel indien een eind- of tussenstand is
bereikt.
Inbedrijfname – instellingen in de besturing
45